donderdag 8 januari 2009

Oliver! - Theatre Royal Drury Lane


Donderdagavond was alweer de laatste voorstelling : voor de tweede keer Oliver! in Theatre Royal Drury Lane. Van tevoren was al bekend gemaakt dat de Australische Tamsin Carroll op woensdag- en donderdagavonden de rol van Nancy gaat spelen, een rol die ze eerder in Sydney, Melbourne en Singapore vertolkte. 

Mooie kans dus om binnen een week de alternate ook te kunnen bewonderen. Na haar performance is wel duidelijk waarom Cameron Mackintosh haar naar Londen heeft gehaald als alternate Nancy en niet één van de runners up uit de BBC reeks ‘I’d Do Anything’. Jodie Prenger doet het uitstekend, maar eerlijk is eerlijk ze moet in Carroll wel haar meerdere erkennen want zowel vocaal als qua acteer- en inlevingsvermogen is de Australische duidelijk beter. 

Dit keer speelde Ross McCormack een heerlijke Artful Dodger en de kleinste boef uit Fagin’s bende Nipper was deze avond meer dan schattig. Gwion Wyn Jones, de kleinste en blonde Oliver uit Wales, speelde geweldig, misschien vocaal wat minder krachtig dan collega Harry Stott maar perfect gecast in de rol van de kleine wees.

Zorro - Garrick Theatre


Donderdag was alweer de laatste volle dag in Londen met ruimte voor de laatste twee voorstellingen. Ik heb helemaal niets met de muziek van de Gipsy Kings, maar de uitstekende recensies voor deze voorstelling maakten me toch wel nieuwsgierig. Ik ging dan ook helemaal blanco deze show in. 

Het verhaal van de gemaskerde held El Zorro in een script en met teksten van Stephen Clark wordt helder en duidelijk zij het iets simplistisch verteld met te weinig diepgang in de karakters. Dat ééndimensionale verhaal is gelijk de grootste manco van de musical en biedt de acteurs weinig uitdaging. De enige die wat meer materiaal krijgt om zijn tanden in te zetten is Adam Levy in de rol van Ramon. Het is dan ook lastig om met de andere karakters een binding te krijgen. 

Zelfs met de hoofdrollen Diego, prima vertolkt en gezongen door Matt Rawle en Luisa door Emma Williams, die overigens wel een prachtige solo heeft in de tweede akte met ‘Man Behind The Mask’. En aan het eind krijgt de musical nog wel een dramatische en onverwachte wending maar dat is te laat om aan de oppervlakkigheid van deze produktie te ontkomen.

Het decor- en kostuumontwerp van Tom Piper en het lichtontwerp van Ben Ormerod leveren prachtige plaatjes op en de getoonde theaterillusies zijn ongetwijfeld knap, maar ik had meer het idee dat ik naar een tot leven gekomen driedimensionaal stripboek zat te kijken. En na het zoveelste handgeklap, castagnettengekletter en de doorleefde geëxalteerde zigeunergezang begint er een stemmetje in m’n achterhoofd tegen te sputteren : nu vind ik het wel genoeg en op zo’n moment is de reprise van de bekendste nummers bij het slotapplaus net iets teveel van het goede.

‘Zorro’ kent goede performances en vooral in de opzwepende ensemblenummers als ‘Bamboleo’ en ‘Djobi Djoba’ klinkt de geïnspireerde cast als een klok. En ook Matt Rawle heeft met ‘Hope’ nog een mooie solo. Zeker leuk om ‘Zorro’ gezien te hebben, en de voorstelling zal ook zeker het publiek weten te vinden, maar het zal wat mij betreft bij één bezoek blijven.

woensdag 7 januari 2009

Carousel - Savoy Theatre


Ik hou van de musicals van Rodgers en Hammerstein en hun ‘Carousel’ is mijn favoriet. De versie van het National Theatre die ik begin jaren negentig in Londen en New York zag behoren tot mijn meest dierbare theaterherinneringen ooit en het ik wist van te voren wel dat het lastig zou worden om die te overtreffen. 

Deze ‘Carousel’ onder regie van Lindsay Posner heeft dat sublieme niveau niet, maar het is en blijft een prachtige musical die het verhaal en de muziek absoluut recht doet. Vooral aan het eind van de voorstelling begon bij mij een klein beetje de teleurstelling toe te slaan door de komische elementen die door Dudley in het design zijn toegevoegd. Onnodig en niets toevoegend aan het toch erg dramatische stuk.

Niettemin is deze ‘Carousel’ een absolute aanrader. De cast is werkelijk ijzersterk met de geweldige Alexandra Silber als Julie Jordan. Deze talentvolle jonge vrouw zag ik vers van de opleiding voor het eerst als de tweede gecaste Laura Fairlie in ‘The Woman In White’ en later als Hodel in ‘Fiddler On The Roof’ in hetzelfde Savoy. Wat een prachtige stem, wat een inlevingsvermogen en wat een talent. Ik zat bij ‘If I Loved You’ al vreselijk te huilen. Silber is een ster! 

Lauren Hood die hier haar West End debuut maakt, was een ontwapenende en schattige Carrie Pipperidge en Jeremiah James als Billy Bigelow speelde en zong de sterren van de hemel en zijn ‘Soliloquy’ bezorgde me opnieuw tranen. De grootste naam en publiekstrekker Lesley Garrett zong uiteraard prachtig en haar ‘You’ll Never Walk Alone’ met Julie Jordan was ontroerend intiem. Mooi klein gespeeld en subliem en ingetogen gezongen. 

William Dudley geprezen en verguisd voor zijn videodesign voor ‘The Woman In White’ tekende ook voor deze produktie, wat prachtige plaatjes oplevert in vooral de openingsscene met de carrousel en de tocht van het eiland terug naar de kust. Minder geslaagd vond ik de reis naar de hemel waarbij ik zijn grappig bedoelde ontwerp vond afleiden van het verhaal. 

Maar dat zijn slechts minieme kanttekeningen bij een prachtige produktie met een mooie choreografie van Adam Cooper en een groot en prachtig spelend orkest en waarbij iedere rol tot de laatste plaats in het ensemble uitstekend is bezet. Chapeau! 

‘Carousel’ is en blijft een hoogtepunt in de musicalhistorie met klassiekers als ‘June Is Bustin‘ Out All Over’, ‘If I Loved You’ en ‘You‘ll Never Walk Alone’. Een dramatische voorstelling waar je een heel scala aan emoties beleeft en ik in ieder geval telkens weer tot vele tranen ben geroerd. Deze nieuwe ‘Carousel’ is een solide klassieke produktie en een welkome afwisseling in alle feelgood- en familievoorstellingen. Ik heb genoten!

Sunset Boulevard - Comedy Theatre


Ik weet dat ik op een nogal uitgesproken mening heb over de huidige verschrikkelijke Nederlandse versie en dat mij verweten is dat ik me bij het zien liet leiden door het briljante origineel. Na het zien van deze ‘Sunset Boulevard’ onder regie van Craig Revel Horwood voel ik me alleen maar gesterkt in die mening. Het ligt écht niet aan het materiaal dat is in de basis meer dan goed, het ligt er gewoon aan wat men ermee doet. Waar de Nederlandse versie mijn inziens op alle fronten faalt en zelfs Kleinsma en Douwes de produktie niet kunnen redden is deze ‘Sunset Boulevard’ méér dan geslaagd in alle opzichten. 

Dit is opnieuw een transfer van de Watermill Playhouse produktie uit Newbury waarbij de cast van de voorstelling ook de diverse instrumenten bespelen. Hun eerdere producties van ‘Sweeney Todd’ en ‘Mack And Mabel’ brachten het ook tot West End.

Al vanaf de eerste vioolklanken zit ik met huizenhoog kippenvel en de manier waarop de volledige score, gearrangeerd door Sarah Travis, van het werk van Andrew Lloyd Webber wordt gespeeld is ongeëvenaard en doet volledig recht aan het origineel. Een groot compliment voor de acteurs/muzikanten, want ga er maar aan staan om te spelen zonder bladmuziek en ook nog eens overtuigend te acteren. Op een gegeven moment lijkt het alsof de acteurs zo met hun instrument vergroeid zijn dat het niet meer de storende factor is die het op papier misschien lijkt en die hun spel zou kunnen beïnvloeden, maar het juist helpt om de karakters te versterken. 

De enige actrice die geen instrument bespeelt is Norma Desmond zelf. Kathryn Evans, die ik ooit eens zag in Mack And Mabel in het Piccadilly Theatre, beheerst de rol tot in alle finesses en nuances en heeft een geweldige en krachtige stem. Na haar eerste grote solo ‘With One Look’ zou je uit je stoel willen opspringen om deze diva al een staande ovatie te geven. 

Ik heb werkelijke ademloos zitten kijken naar deze geweldige versie van Sunset Boulevard. Zelfs de toch kleurloze rol van Betty Schaefer prachtig gespeeld door Laura Pitt-Pulford, wordt volledig uitgebouwd en in ‘Too Much In Love To Care’ wordt de tekst zo letterlijk gespeeld dat het uitdraait op een bijna agressieve confrontatie tussen Betty en Joe. Twee mensen die niet met elkaar willen, maar niet zonder elkaar kunnen. Ben Goddard speelt en zingt Joe Gillis fenomenaal evenals Dave Willetts als Max.

Het decorontwerp van Diego Pitarch en lichtontwerp van Richard G. Jones ondersteunen het verhaal op een prachtige manier maar overheerst nergens. Met minieme middelen worden grootse effecten gesuggereerd. De kostuums zijn bijna allemaal in zwart, wit en grijs en in combinatie met het decor lijkt het alsof een oud fotoboek tot leven komt en je bladert door het tragische verhaal van Norma en haar Joe. 

Als je naar Londen gaat is deze nieuwe en verrassende versie van Sunset Boulevard verplichte kost en ik vind het erg jammer dat ik geen ruimte meer had deze musical nog een keer te kunnen bezoeken.

dinsdag 6 januari 2009

Oliver! - Theatre Royal Drury Lane


Dinsdagavond stond de eerste van twee voorstellingen van de Lionel Bart klassieker Oliver! op het programma. Deze versie is gebaseerd op de Palladium versie die ik in de jaren negentig in Londen zag met onder andere Jonathan Pryce, Jim Dale en Barry Humphries als Fagin en Sally Dexter, Ruthie Henshall en Sonia Swaby als Nancy. 

In een afgeladen Theatre Royal Drury Lane zag ik de winnaars van de BBC reeks ‘I’d Do Anything’ Jodie Prenger als Nancy en Harry Stott als Oliver. Prenger past precies in het plaatje van Nancy weet direct de sympathie van het publiek te winnen en zingt overtuigend, maar het is Rowan Atkinson die als Fagin de show steelt en de absolute ster van deze voorstelling is. Zijn mimiek en bijna ongecontroleerde fysiek passen de rol en zijn ‘Reviewing The Situation’ is fenomenaal. Atkinson is voor het publiek natuurlijk het meest bekend als Mr Bean en de subtiele verwijzing die naar dat karakter in deze show zit is érg leuk.

Zoals gezegd is deze Oliver! een revival van de Palladium versie destijds onder regie van Sam Mendes. De regie wordt dit keer gedaan door Rupert Goold en die drukt toch duidelijk een ander stempel op de voorstelling. Vooral de ondersteunende karakters als de Sowerberry’s en Mr Bumble en de Widow Corney zijn wat minder de karikaturen dan ze in de oorspronkelijke versie waren. Overigens is de hele proloog met Agnes en Old Sally uit de voorstelling verdwenen. Erg jammer want die scène voegde mysterie toe aan de geschiedenis van Oliver die nu mist.

Het decor- en kostuumdesign van Anthony Ward is opnieuw waanzinnig mooi en bijzonder indrukwekkend waarbij de volledige diepte en hoogte van het toneel van Drury Lane wordt benut. Dat levert prachtige Dickensiaanse plaatjes die je in steeds veranderende perspectieven door het Victoriaanse Londen voeren. De hele produktie is een feest voor je ogen en oren en de score wordt prachtig gespeeld door een groot orkest. 

Er staat een énorme cast op het toneel met letterlijk tientallen kinderen in de openingsscène ‘Food Glorious Food’. De bijrollen zijn uitstekend bezet met een hilarische Mrs en Mr Sowerberry gespeeld door Louise Gold en Julian Bleach. Slechterik Bill Sikes wordt verdienstelijk gespeeld en gezongen door Burn Gorman. Julius D’Silva en Wendy Ferguson vormen een heerlijk koppel als Mr Bumble en de Widow Corney en erg leuk dat hun ‘I Shall Scream’ dat miste in de Nederlandse versie gewoon wél in de show zit. En ook Robert Madge als Artful Dodger steelt de show in zijn zang, dans en samenspel met Oliver. Dinsdag zag ik de 13-jarige Harry Stott als Oliver. Hij zong en acteerde geweldig maar leek me sinds het einde van ‘I’d Do Anything’ al iets te oud geworden voor de rol van kleine Oliver en had hoorbaar moeite met de hogere zangpartijen.

Oliver! is een absolute aanrader maar het probleem is dat het allemaal zo overweldigend en perfect gepolijst is dat de voorstelling voor échte rauwe emotie geen ruimte laat en je als toeschouwer ook in de dramatische scènes grotendeels onberoerd laat. 

Aardig voor de bezoekers van de tryouts is wel dat er een speciale exlusieve preview editie souvenir brochure met veel achtergrondinfo, publiciteitsfoto’s en repetitiefoto’s te koop was en al een heel scala aan merchandise en andere prullaria. 

Oliver! in Londen is big business en je kan Cameron Mackintosh als Fagin al haast horen quoten : ‘in this life one thing counts, in the bank large ammounts ... ’ En geef hem eens ongelijk.

Overigens was er na deze voorstelling nog een collecte voor het Drury Lane Theatrical Fund en toen Rowan Atkinson tijdens zijn kleine speech terloops liet vallen dat hij die dag jarig was duurde het niet lang voor alle duizenden toeschouwers hem Happy Birthday toezongen ...

© foto Tristram Kenton

The Phantom Of The Opera - Her Majesty's Theatre

Op dinsdagmiddag 6 januari stond de matinee van 'The Phantom Of The Opera' in het Her Majesty’s Theatre op de planning. Prachtige plaatsen op rij J in de stalls geboekt via de actie Get Into London Theatre. 

De voorstelling staat al in het 22e jaar in Londen dus ik vertel waarschijnlijk niets nieuws over deze musical door een verslag te plaatsen. Ramin Karimloo staat nu als Phantom op het toneel en is niet de beste die ik ooit zag. Het is een jonge acteur en hij mist gewoonweg de ervaring en kracht die deze rol nodig heeft en wist mij ook vocaal niet zo te imponeren. 

Gina Beck daarentegen als Christine was wel erg overtuigend. Verder blijft The Phantom natuurlijk een onbetwiste klassieker, prachtig om naar te kijken en het geluid is sinds de installatie van het nieuwe systeem fenomenaal goed. Erg leuk om 'The Phantom Of The Opera' na een aantal jaren weer eens gezien te hebben. Maar ik ben inmiddels meer benieuwd naar ‘Love Never Dies’, laat die sequel maar komen!
© foto's Really Useful Group





maandag 5 januari 2009

Piaf - Vaudeville Theatre


Op maandag bijna geen matinees in Londen maar voor die avond stond wel ‘Piaf’ op het programma. In het Vaudeville Theatre bijna naast het Adephi Theatre waar Elena Roger eerder schitterde als Evita geeft ze nu gestalte aan zangeres en actrice Edith Piaf. 

Bij het ophalen van mijn kaartje toch voor de zekerheid maar even gevraagd of ze wel zou spelen. Gelukkig, Miss Roger speelt alle voorstellingen. Het stuk ‘Piaf’ van Pam Gems, een transfer vanuit het Donmar Warehouse, wordt zonder pauze gespeeld en omdat de produktie in een moordend bijna beklemmend tempo voortraast is er tussen de scenes geen ruimte gelaten voor applaus en is de ontlading aan het slot des te groter. 

Een donderende ovatie voor La Roger en méér dan terecht. Roger leeft en ademt Piaf, speelt deze rol vol overtuiging van haar vroege jeugd tot aan haar dood. Geloofwaardig en ontroerend in alle fases en leeftijden die ze moet doorleven en het is bijna eng om te horen hoeveel haar stem op die van Edith lijkt. En bovendien grotendeels gezongen in perfect Frans. Als deze vrouw voor deze rol geen Olivier Award krijgt is er geen gerechtigheid. 

Piaf is een rauwe donkere voorstelling, gespeeld op een bijna leeg toneel die haar dramatische levensverhaal zonder franje vertelt en dat ondanks de glorieuze successen van haar muziek toch vooral werd gedomineerd door tragische liefdes, prostitutie en verslaving- en gezondheidsproblemen. 

Roger wordt ondersteund door een uitstekende cast die een scala aan rollen vertolken waaronder die van Marlène Dietrich, Yves Montand en Charles Aznavour. Speciale vermelding verdient Lorraine Bruce als vriendin Toine. Geweldig ! Maar stralend middelpunt van deze voorstelling is Elena Roger in een vijf sterren performance. ‘Piaf’ speelt deze maand nog in Londen en is voor het laatst te zien op 24 januari 2009.
© foto Johan Persson

zondag 4 januari 2009

A Little Night Music - Menier Chocolate Factory



Zondag stond de matinee van ‘A Little Night Music’ op het programma in de Menier Chocolate Factory. Met de voorstelling van ‘Sunday In The Park With George’ nog vers in het geheugen was ik benieuwd naar deze andere Sondheim klassieker. Regisseur Trevor Nunn heeft zich bij deze produktie meer dan eerder laten inspireren door de film van Bergman waarop de musical is gebaseerd en Desirée Armfeldt is nu gecast in de leeftijd waarop de rol is geschreven. Een actrice van tegen de veertig prachtig gespeeld door Hannah Waddingham. 

‘A Little Night Music’ is bijna geheel gecomponeerd in 3/4 maat en speelt zich af in het Zweden aan het begin van de vorige eeuw en concentreert zich op de onderlinge relaties, liefdes en intriges van de families Armfeldt, Egerman, Malcolm en hun bedienden. 

‘A Little Night Music’ is één van de meer lyrische scores van Sondheim die prachtig werd gespeeld in het kleine intieme auditorium in sublieme arrangementen van Jason Carr. Het decor en de prachtige met veel oog voor details gemaakte kostuums van David Farley ademen de rust die bij de voorstelling past. En in het prachtige lichtontwerp van Hartley T A Kemp waan je je bijna in die zomernacht die drie keer zal glimlachen : de eerste keer voor de jongeren, de tweede keer voor de dwazen en de derde keer voor de ouderen. 

‘A Little Night Music’ is een passievol stuk vol ontluikende seksualiteit en broeierige erotiek maar op een bijna afstandelijke manier waardoor de voorstelling soms als droom soms als nachtmerrie werkt. De openingsscène is fenomenaal mooi. 

De rollen zijn stuk voor stuk uitstekend bezet. Jessie Buckley als de jonge Anne Egerman is een revelatie. Maar de echte glansrollen zijn toch voor Hannah Waddingham als Desirée Armfeldt, bij haar ‘Send In The Clowns’ stokt de adem. Prachtig. En niet te vergeten Maureen Lipman als Madame Armfeldt die het geheel beziet en analyseert en haar rol met een geweldige onderkoelde humor speelt. Ook Alexander Hanson als Fredrik Egerman is hier toch een stuk overtuigender en geloofwaardiger dan in Marguerite waar ik hem als laatste zag. Door één naam te noemen doe je de ander tekort : Gabriel Vick als Henrik, de veel geplaagde zoon van Fredrik Egerman of Kaisa Hammarlund als Petra en haar mooie uitvoering van ‘The Miller’s Son’. In deze versie is overigens voor het eerst weer de song ‘Silly People’ te horen gezongen door bediende Frid.

© foto's Catherine Ashmore




zaterdag 3 januari 2009

Spamalot - Palace Theatre


'Spamalot' heb ik een aantal keren gezien en toen bekend was dat de Monty Python musical op 3 januari de laatste voorstelling zou spelen, net op een moment dat ik in Londen zou zijn, was de keuze om nog een keer te gaan niet zo moeilijk.

'Spamalot' is een feelgood musical in de overtreffende trap mits je valt voor die typisch Engelse absurdistische humor. Toegegeven de grappen en grollen blijven het leukst en meest verrassend als je de voorstelling voor de eerste keer ziet. Maar in een overvol Palace Theatre met een enthousiast publiek in de elektrisch geladen atmosfeer van een laatste voorstelling was het weer érg genieten van dit rariteitenkabinet. Zelfs het theaterpersoneel gaat hierin mee, de theatershop was volledig uitverkocht en in de zaal brengt men het laatste paar kokosnoten en ‘stress cows’ aan de man. Zelfs de kerstversiering moet eraan geloven en de kerstballen gaan voor 50p van de hand.

Sanjeev Bhaskar (bekend van onder andere 'Goodness Gracious Me' en 'The Kumars At No. 42') was de laatste King Arthur in de Londense produktie en absoluut één van de betere zeker op vocaal vlak. Nina Söderquist de winnares van de in Zweden gehouden zoektocht naar de Lady Of The Lake speelde haar rol nog steeds vol overgave en vocaal vuurwerk en leek bij het slotapplaus ontroostbaar. Zeker genoemd moet castlid Andrew Spillet die de rol van Patsy nog steeds hilarisch leuk speelde.
Na een sympathiek dankwoord van Sanjeev Bhaskar waarin hij vooral de castleden om hem heen en de mensen achter de schermen in het zonnetje zette is 'Spamalot' in Londen alweer een stukje theatergeschiedenis en ook aan de Broadway run komt op 11 januari 2009 een eind. Maar met nieuwe producties in Duitsland en Spanje niet het eind van deze grappige musical.
Op zondagochtend liepen we over Shaftesbury Avenue en was men al druk bezig de decors in grote trailers te laden en de reclames van de kop van het theater en de gevel te halen. Het prachtige Palace Theatre biedt vanaf 10 maart huis aan de nieuwe productie daar 'Priscilla Queen Of The Desert'.
© foto Tristram Kenton

La Cage Aux Folles - Playhouse Theatre

In het schattige Playhouse Theatre zagen we de Jerry Herman klassieker uit begin jaren tachtig ‘La Cage Aux Folles’ en is opnieuw een transfer van een succevolle Menier Chocolate Factory produktie. 

Douglas Hodge speelt een onvergetelijke en ontwapenende Albin. De blikken die hij werpt als Zaza zijn hilarisch leuk en bovenal is hij in staat van zijn alter ego een karakter te maken dat gelijk sympathie wint. De cast van deze voorstelling is de laatste weken nogal geplaagd door ziekte. Hodge speelde deze dag naar we begrepen weer voor het eerst en voor de andere mannelijke hoofdrol Georges speelde de tweede understudy Duncan Smith die het prima deed, maar volgens mij wel af en toe de fout in ging met zijn teksten.

Een lach en een traan liggen erg dicht bij elkaar in deze musical. En als Albin aan het eind van de eerste akte ‘I Am What I Am’ zingt met de tragische intentie waarin het nummer eigenlijk is geschreven ga ik met tranen en tuiten de pauze in. 

De musical kent een uitstekende cast met onder andere Stuart Neal als de zoon Jean-Michel, Paula Wilcox die de rollen van Mme Renaud en Mme Dindon voor haar rekening neemt (voor de oudjes onder ons is Wilcox vooral bekend uit de sitcom ‘Man About The House’) en Tracie Bennett als Jacqueline. En vooral ‘Les Cagelles’ stelen de show en zingen en dansen de sterren uit de hemel als de flamboyante drag queens uit de nachtclub en ze doen niet allemaal even hard hun best hun mannelijkheid te verbloemen. 

Het decorontwerp van de voorstelling door Tim Shortall ademt de sfeer van ouderwets solide entertainment daarbij geholpen door de eighties kostuums van Matthew Wright. ‘La Cage Aux Folles’ is een heerlijke voorstelling en dat er niets mis is met feelgood shows bewijst deze geweldige ontwapenende versie van een geweldige en klassieke show in de beste Broadway traditie.
© foto Alastair Muir

vrijdag 2 januari 2009

Maria Friedman Re-Arranged - Trafalgar Studios



Die avond stond Maria Friedman Re-arranged op het programma in de Trafalgar Studios. Een reprise van de voorstelling uit de Menier Chocolate Factory. En wat een juweeltje! In een intieme setting leidt Maria ons door een érg gevarieerd repertoire. Prachtig en verrassend gearrangeerd door bekende namen als John Owen Edwards en Jason Carr en subliem uitgevoerd door een 11 koppige band onder leiding van Gareth Valentine.

Veel musical uiteraard met als hoogtepunten de medley uit Sondheims Sunday : Sunday In The Park With Dot en de Sweeney Todd medley : Sweeney (What A Meanie) en een geweldige versie van The Worst Pies In London. Maar ook songs uit La Cage Aux Folles, Sunset Boulevard en West Side Story. In nummers van Randy Newman. Kate Bush en Suzanne Vega blijkt dat Friedman haar vak tot in alle finesses beheerst. Ze ademt muziek en weet moeiteloos om te schakelen van Henry Purcell naar Leonard Bernstein. 

Ze heeft zoveel passie en hart voor haar métier dat het ontroerend is om naar haar te kijken en naar haar te luisteren. Bovendien heeft ze een geweldig gevoel voor humor en betrekt in deze voorstelling argeloze mensen uit het publiek. Ik was toch wel even blij dat ik niet op de eerste rij zat. 

Na ruim anderhalf uur gespeeld te hebben sluit het publiek Friedman met een donderende staande ovatie in de armen als waardering voor deze mooie muzikale reis. Als toegift volgt nog Broadway Baby en Friedman stuurt het publiek naar huis met Goodbye For Now van Sondheim. Wat een geweldige vrouw en zangeres en wat voel ik me bevoorrecht dat ik deze voorstelling op de valreep nog heb kunnen zien.

Deze voorstelling speelde op 4 januari de laatste maar in februari staat Maria een paar dagen in het Shaw Theatre met The Great British Songbook en later dit jaar staat La Friedman in de Royal Albert Hall in The King And I en in de reprise van de Royal Festival Hall produktie van Sweeney Todd. Dus als je de kans krijgt deze vakvrouw in actie te zien, niet over denken maar doen!

Chicago - Cambridge Theatre


Helaas miste ik door een onvoorziene vertraging bij de Eurostar de eerste voorstelling die ik geboekt had : Edward Scissorhands. Vijf minuten voor aanvang van de voorstelling aankomen op St Pancras en op tijd naar Sadler’s Wells zou niet lukken realiseerde ik me. Daarom maar op mijn gemak inchecken in het hotel en later op de middag bij TKTS op Leicester Square een kaartje geboekt voor de late matinee van Chicago.
Normaal gesproken zou Chicago ook niet op mijn lijst met musicals staan en ik zag de voorstelling voor het laatst in Londen in het Adelphi Theatre lang geleden. Maar toegegeven Chicago is en blijft een heerlijke en eerlijke Kander en Ebb klassieker. Lekkere muziek gespeeld door een fantastisch orkest en een ensemble dat de sterren van de hemel zingt en danst. Wat een énorme kwaliteit in bezetting. 
Een extra bonus was Aoife Mulholland (één van de kandidaten uit How Do You Solve A Problem Like Maria en alternate voor die rol in het Palladium) die de rol van Roxie Hart opnieuw speelt en een prima duo vormt met Tiffany Graves de huidige Velma Kelly. Ian Kelsey als Billy Flynn mist helaas de pizzazz die deze rol vraagt en zet helaas een nogal kleurloze en zouteloze advocaat neer. Een erg dertien in een dozijn gehalte. Een groot compliment daarentegen voor Brenda Edwards als Mama Morton en Rusty Whitehead als Mary Sunshine die hun rollen wél de nodige flair meegeven. Wat een geweldige performances. Al met al was Chicago een relaxed begin van de reeks. Het is maar de vraag of het jonge Japanse echtpaar dat achter me zat diezelfde mening was toegedaan. Ik hoorde me toch een zucht van ontzetting bij het zien van zoveel schaars geklede dames en heren en de nodige erotiek ...