zaterdag 9 maart 2013

Dear World - Charing Cross Theatre


Zaterdag is het de laatste volle dag in Londen en ga ik naar de matinee van ‘Dear World’ met de legendarische Betty Buckley. Ik zag haar ooit een paar keer schitteren als Norma Desmond in Lloyd Webber’s ‘Sunset Boulevard’ in het Adelphi en nu zo’n 20 jaar later is ze opnieuw in Londen voor de hoofdrol in de Britse première van Jerry Herman’s ‘Dear World’.

Herman schreef grote successen als ‘Hello Dolly’, ‘Mame’ en ‘La Cage Aux Folles’. De originele productie van ‘Dear World’ uit 1969 met Angela Lansbury was een minder groot succes en sloot al na 45 previews en 132 reguliere voorstellingen.

Pas veel later werd het script van de musical herschreven door David Thompson en zijn er een aantal songs aan de score toegevoegd die niet in de originele versie zaten. Deze vernieuwde versie is nu in het kleine Charing Cross Theatre te zien. Ondanks de klinkende namen van de cast en de creatives heeft ‘Dear World’ helaas niet het publiek gevonden dat het zo verdiende en sloot twee weken eerder dan gepland op 16 maart.

Het verhaal is gebaseerd op het toneelstuk ‘La Folle De Chaillot’ van Jean Giraudoux en speelt zich af in het Parijs van 1945. De excentrieke Countess Aurelia die nog steeds treurt om het verlies van haar grote liefde woont in een kelder onder een kleine bistro, die in gevaar is omdat een drietal heren ontdekt hebben dat er een oliebron precies onder haar onderkomen is gesitueerd. Het café wordt op het nippertje gered door een heldendaad van de jonge Julian die een oogje heeft op Nina de serveerster die daar werkt. Om de hoge heren te wraken roept de Countess de hulp in van haar twee goede en even maffe vriendinnen Gabrielle en Constance en de Sewerman die de Parijse riolen op zijn duimpje kent.

De voorstelling is met zo’n thema een tikje bizar en laat zich dan ook het best omschrijven als een vreemd sprookje. Ondanks het vrij simpele verhaal spelen er een aantal onderliggende grote thema’s een rol zoals de strijd tussen goed en kwaad en de zorg over het welzijn van onze planeet. Dat is ook de zwakte van ‘Dear World’ een musical die pretendeert diepgravender te zijn dan ook werkelijk nodig is.

De musical stemt zeker tot nadenken vooral ook omdat er wat zaken zijn die een vraagteken blijven zoals de rol van de drie Presidenten en hun rol in de oorlog waarvan een glimp is te zien in de Proloog die zich afspeelt in 1943. Het wordt ook niet verklaard waarom de stomme jongen die als een soort toeschouwer de boel beziet aan het eind van de voorstelling ineens wel kan praten.

‘Dear World’ is zeker een geslaagde voorstelling. De regie en choreografie is in de capabele handen van de inmiddels 87-jarige Gillian Lynne die bijvoorbeeld tekende voor de choreografie van grote successen als ‘Cats’ en ‘The Phantom Of The Opera’. Haar stempel is overduidelijk te herkennen.

En het is fantastisch om te zien dat het kleine toneel ten volle wordt benut in het prachtige decor van Matt Kinley. Samen met de kostuums van Ann Hould-Ward en het lichtplan van Mike Robertson is het écht een plaatje, doet erg intiem aan en je waant je zo in het naoorlogse Parijs. En de opulente Broadway orkestraties zijn kundig aangepast door Sarah Travis voor een kleiner muzikaal ensemble.

De melodieën van Herman zijn prachtig en ademen die typische Broadway-sfeer met af en toe een Franse twist in songs als ‘Each Tomorrow Morning’ en het titelnummer ‘Dear World’ en je vraagt je af waarom niet meer nummers uit ‘Dear World’ tot musicalklassiekers zijn geworden.

Stralend middelpunt van de musical is de 65-jarige Betty Buckley wiens stem wel iets van haar kracht verloren heeft sinds ze in ‘Sunset’ speelde maar die haar karakter Aurelia met glans, humor en breekbare vertedering vertolkt. Haar sublieme interpretatie maakt hoogtepunten van haar solo’s als ‘I Don’t Want To Know’, ‘And I Was Beautiful’ en ‘Kiss Her Now’

Gabrielle en Constance worden briljant vertolkt door Rebecca Lock en Annabel Leventon. De scènes die de drie dames samen hebben zijn absolute hoogtepunten en vooral Lock als Gabrielle en haar imaginaire hondje Dickie is geweldig.

Het liefdesduo Nina en Julian wordt prima vertolkt door Katy Treharne en Stuart Matthew Price met een prachtige solo voor Treharne in ‘I’ve Never Said I Love You’. Genieten is het ook van Peter Land, Robert Meadmore en Jack Rebaldi als de drie Presidenten. De mannelijke hoofdrol is voor Paul Nicholas als de Sewerman maar eigenlijk is die rol minder groot dan ik had verwacht en maakt op mij ook weinig indruk. Hij heeft alleen in de tweede acte een solo met ‘Have A Little Pity On The Rich’.

Al met al is ‘Dear World’ een heel genoeglijke ervaring gebleken al stoelt het toch wel wat op twee gedachten. Misschien waren de onderliggende thema’s erg actueel in de tijd waarin het stuk geschreven is maar doet het anno 2013 enigszins gedateerd aan. Dit heeft echter alles te maken met het basismateriaal en absoluut niet met de staging en de uitvoering want die was in alle opzichten dik in orde.

En een fantastisch voorrecht om Betty Buckley na lange tijd weer eens in het theater te zien. Heerlijk!

Deze voorstelling zag ik 's middags op zaterdag 9 maart 2013
© foto Francis Loney

The Judas Kiss - Duke Of York's Theatre




De laatste voorstelling is ‘The Judas Kiss’, de West End transfer van het toneelstuk van David Hare dat vorig jaar te zien was in het Hampstead Theatre. Hare’s toneelstuk dateert uit 1998 en was eerder te zien met Liam Neeson en Tom Hollander in de hoofdrollen.

‘The Judas Kiss’ is geen chronologisch biografisch stuk maar concentreert zich op twee belangrijke episodes in het latere leven van Oscar Wilde die een mooi inzicht geven in de keuzes die hij maakt en de tragiek van zijn persoon.
De eerste acte speelt zich af in een kamer in het Cadogan Hotel in Londen in 1895 op de dag dat Wilde dreigt gearresteerd te worden in de apotheose van het conflict dat hij heeft met de Markies van Queensberry. 
Zijn zoon Lord Alfred Douglas, bijgenaamd Bosie, heeft een relatie met Wilde en als Queensberry hem publiekelijk aan de schandpaal nagelt volgt er een proces waarbij Wilde hem van laster beschuldigd. Het onderzoek van Queensberry wat volgt om hem vrij te pleiten van laster onthult echter dat Bosie Wilde heeft geïntroduceerd in een Victoriaanse wereld van homo prostitutie. Wilde wordt bankroet verklaard omdat hij moet opdraaien voor de kosten van het proces en wordt later voor zijn destijds strafbare gedrag gearresteerd en brengt twee jaar in een gevangenis onder dwangarbeid door.
De tweede acte is gesitueerd in Napels in september 1897 nadat Wilde is vrijgekomen uit de gevangenis en daar een berooid bestaan leidt en voor korte duur is herenigd met zijn Bosie.
De geordende structuur van het stuk wordt ook mooi weergegeven in het bijna claustrofobisch aandoende decorontwerp van Dale Ferguson. London wordt verbeeld door een statige hotelkamer in donkere draperieën en Napels als tegenovergesteld en badend in lichte kleuren. Het lichtontwerp van Rick Fisher is onverbiddelijk en hard en bijna filmisch in opzet. Samen met de muziek van Alan John zorgt het voor prachtige sferen die veel aan de verbeelding van de toeschouwer overlaten.
Rupert Everett is ongeëvenaard in zijn rol van een bijna zelfdestructieve Oscar Wilde. Bijna beschouwend observeert en vertelt hij hetgeen hij om zich heen ziet. Vaak met een enorme tragiek en ironie maar even zo vaak met een lichtvoetig gevoel voor humor. Zijn geliefde Bosie wordt energiek geportretteerd door Freddie Fox met veel charme maar lijkt ook narcistisch en door zichzelf geobsedeerd en soms keihard tegenover Wilde.
Wilde lijkt gevangen in het web van zijn onvoorwaardelijke liefde voor Bosie en de scène als ook hij hem verlaat en Wilde alleen achterblijft is bijna hartverscheurend.
Naast Wilde en Bosie is een belangrijke rol voor Robert Ross een vertrouweling en ex-geliefde van Wilde prachtig vertolkt door Cal MacAninch. De overige rollen in het stuk zijn voor het personeel van het hotel in de eerste acte, Ben Hardy en Kirsty Oswald als Arthur en Phoebe en Alister Cameron als de butler Sandy Moffatt. En Tom Colley speelt in de tweede acte de Italiaanse visser Galileo, één van de veroveringen van Bosie.
‘The Judas Kiss’ is een betoverend mooi toneelstuk met een prachtige intense rol van Rupert Everett. Een absolute aanrader als je overigens wat erotiek niet schuwt.
Deze voorstelling zag ik 's avonds op zaterdag 9 maart 2013
© foto Alastair Muir


vrijdag 8 maart 2013

Singin' In The Rain - Palace Theatre


Deze dag in Londen is het bijna letterlijk zingend door de regen. Al vanaf het moment dat ik ´s ochtends het hotel verlaat druppelt de regen gestaag de hele dag door neer. Hoe toepasselijk is dan deze voorstelling.
Vorig jaar zag ik ‘Singin’ In The Rain’ voor het eerst en een uitgebreid verslag daarvan is elders op dit blog na te lezen. Achteraf gezien ben ik heel blij dat ik deze musical nog heb gepland omdat deze week bekend is gemaakt dat al op 8 juni 2013 de laatste voorstelling wordt gespeeld. Een onverwacht snelle exit voor deze heerlijke show.
De nieuwe cast die in het Palace Theatre voor het voetlicht treedt is fantastisch. Adam Cooper speelt nog steeds de hoofdrol van Don Lockwood en het trio hoofdrolspelers is nu aangevuld met Louise Bowden als Kathy Selden en Stephane Anelli als Cosmo Brown. Bowden speelt Kathy fantastisch en zet de rol wat brutaler en levendiger neer dan Scarlett Strallen deed. Anelli als Cosmo heeft de lachers in het publiek al snel voor zich gewonnen door zijn geweldige mimiek en geeft zijn karakter een enorme levenslust mee.
Een andere nieuwkomer in de cast is Jennifer Ellison als Lina Lamont die ondanks het ietwat onsympathieke karakter dat ze speelt je toch weet in te palmen. Bijzonder grappig en met een perfecte timing.
Deze humorvolle kleurrijke productie is uitstekend met een geweldige cast die in een ongelooflijke kwaliteit de sterren van de hemel zingt en danst in de grote shownummers.
Verder blijft ‘Singin’ In The Rain’ een heerlijke avond in het theater waarvan ik enorm heb genoten. Dit keer had ik geboekt in de ‘splash zone’ op rij E. Waar ik zat viel het reuze mee maar Adam Cooper had er deze avond enorm veel zin in wat bij de pauze finale resulteerde in een huilend nat kind op rij A. En als het waterballet bij de grote finale nog een keer losbarst houden twee opgetutte oudere dames het voor gezien en banen zich nors kijkend een weg naar de uitgang. Een man in één van de zijbalkons heeft het beter naar zijn zin getuige het feit dat hij bij het slotapplaus met zijn uitgeklapte geel gekleurde paraplu enthousiast staat te zwaaien hetgeen ook bij de cast niet onopgemerkt blijft. Opgetogen verlaat ik het Palace Theatre waar het buiten nog steeds regent. Nou ja wat maakt het uit denk ik ...
‘Singin’ In The Rain’ is en blijft een absoluut feest en ik kan iedereen aanraden om deze eerlijke en heerlijke musical op de valreep nog te gaan zien.
Deze voorstelling zag ik 's avonds op vrijdag 8 maart 2013
© foto Manuel Harlan

Rock Of Ages - Garrick Theatre


Op vrijdag is ‘Rock Of Ages’ in Londen de enige vroege matinee. Kort voor vertrek naar Londen toch maar een kaart geboekt met korting. Ik zag de voorstelling een paar jaar geleden voor het eerst in het Shaftesbury Theatre en was toen een onverwacht leuke verrassing waarvan ik erg heb genoten. Begin 2013 is de musical verhuisd naar het Garrick Theatre.
Het verhaal van ‘Rock Of Ages’ is simpel maar allesbehalve wat je bij een rockmusical zou verwachten en het karakter Lonny fungeert als de verteller van de show. Het is 1987 als Sherrie een meisje uit Kansas haar geluk probeert te vinden in de grote stad en een baantje vindt als serveerster in The Bourbon Room in Hollywood, een louche bar met Dennis Dupree als eigenaar. De jonge Drew die eigenlijk graag rockster zou zijn werkt er ook en valt als een blok voor Sherrie.
Ondertussen zijn er plannen van een Duitse projectontwikkelaar Hertz en zijn zoon Franz om de Sunset Strip te herontwikkelen waarbij ook The Bourbon Room gesloopt zou moeten worden. Zij worden hierin tegengewerkt door de idealistische Regina die een protestactie op touw zet. Als ook Drew lucht krijgt van de plannen krijgt hij het idee om rocker Stacee Jaxx en zijn band Arsenal op te laten treden in hun club om zo meer inkomsten te genereren.
Na een hoop verwikkelingen en misverstanden waarbij Sherrie in een stripclub terecht komt en Drew uiteindelijk de kost moet verdien als pizzabezorger komt uiteindelijk alles toch nog goed. The Bourbon Room wordt gered van de ondergang, Drew en Sherrie vinden de liefde bij elkaar evenals Regina en de Duitse Franz en ook Dennis Dupree vind zijn liefde in onverwachte hoek.
De musical zit barstensvol bekende glamrocknummers uit de jaren ‘80 van onder andere Starship, Styx, Extreme, Foreigner, Journey en Pat Benatar en is een feest der herkenning. Uitzondering is het nummer ‘Beaver Hunt’ speciaal voor de musical geschreven en uitgevoerd door de rockband Arsenal.
Rock Of Ages is een vermakelijke musical met een enorme knipoog en kent een onderhoudend script van Chris D’Arienzo. ‘Rock Of Ages’ neemt het genre niet al te serieus en regelmatig wordt de vierde wand doorbroken richting publiek.
Zoals gezegd zag ik de show een aantal jaren geleden en was toen voor mij een ‘surprise hit’. Helaas lijkt met de verhuizing naar het nieuwe theater al het leven uit de musical verdwenen. Die middag zag ik een ongeïnspireerde en bijzonder matte voorstelling.
Er waren een aantal understudies op waaronder drie hoofdrollen Dennis Dupree, Lonny en Regina dus misschien dat het daaraan lag. Maar eerlijk gezegd vond ik ook de eerste cast niet erg overtuigen Ross Hunter was veel te cute als Drew en Tim Howar als Stacee Jaxx kwam niet echt over als de geile rockster die hij zou moeten zijn. Maar gelukkig waren er ook goede performances van Rachel McFarlane als Justice en Sandy Moffat en Rohan Tickell als Franz en Hertz die er ook in het Shaftesbury al bij waren.
Maar snel vergeten deze middag en het is te hopen voor het Londense publiek dat deze voorstelling geen graadmeter is voor de kwaliteit van ‘Rock Of Ages’ op dit moment.
Deze voorstelling zag ik 's middags op vrijdag 8 maart 2013

donderdag 7 maart 2013

The Tailor-Made Man - Arts Theatre


‘The Tailor-Made Man’ is gebaseerd op een waar verhaal uit het Hollywood van eind jaren ‘20, begin jaren ‘30. William ‘Billy’ Haines is een grote ster uit de stomme film bij MGM. Hij maakt echter geen geheim van zijn sexuele geaardheid en komt in de problemen als hij in 1933 in Los Angeles om die reden samen met een matroos wordt gearresteerd. De grote studiobaas Louis B Mayer eist van Haines dat hij zich schikt naar de regels van de studio en zijn relatie met partner James ‘Jimmy’ Shields opgeeft en arrangeert voor hem bovendien een huwelijk met filmster Pola Negri.
Haines weigert en kiest voor zijn eigen geluk. Hij wordt ontslagen en zijn films verdwijnen voor lange tijd in de MGM archieven. Haines maakt nog een aantal films bij een andere studio maar legt zich daarna met veel succes vooral toe op zijn passie voor het ontwerpen van interieurs. De liefde tussen Jimmy en Billy zou uiteindelijk meer dan 50 jaar duren en de relatie tussen het tweetal werd door Joan Crawford ooit omschreven als ‘het meest gelukkige huwelijk van Hollywood’.
Naast Billy en Jimmy is een andere hoofdrol weggelegd voor actrice Marion Davies die naast een professionele band, ze speelden samen in de film ‘Show People’, ook een hechte vriendschap ontwikkelde met beide mannen.
De musical is gebaseerd op het toneelstuk dat Claudio Macor in 1995 schreef. Macor die ook tekent voor de regie, werkte voor het musical script samen met Amy Rosenthal. De muziek is geschreven door Adam Meggido en Duncan Walsh Atkins, Meggido schreef ook de teksten.
Het verhaal wordt als het ware verteld door de oudere Jimmy (een prachtige rol van Clive Ward) net na het overlijden van zijn partner in 1973 als een jonge ambitieuze journaliste Betsy Dawson voor een artikel zijn vertrouwen weet te winnen en hij ondanks zijn aanvankelijke achterdocht haar het ware verhaal over zijn grote liefde langzaam ontrafelt.
‘The Tailor-Made Man’ weet te amuseren en vooral ook te ontroeren. Het contrast tussen de levenslustige kleurrijke scènes in de bloei van hun jonge volwassenheid en carrière staat in schril contrast met de gesprekken die de oudere Jimmy met de jonge Betsy heeft. Als de laatste tonen wegsterven en de musical tot een einde komt zit ik met een brok in de keel en tranen.
Ondanks het kleine toneel van het Arts Theatre weet de cast die uit 13 personen bestaat deze ten volle te benutten in de knappe choreografieën van Nathan M. Wright.
Grote plus van deze nieuwe musical is de muziek. Sterk melodieus, direct aansprekend met een prachtig duet tussen Billy en Jimmy ‘We Got Time’ en het sterke titelnummer ‘The Tailor-Made Man’ maar ook krachtige en energieke ensemblestukken als ‘Gossip’ en ‘Design’. In deze versie wordt de muziek prima gespeeld door een klein combo van 4 muzikanten maar ik zou de muziek graag eens uitgevoerd horen door een groter orkest.
De rollen zijn stuk voor stuk uitstekend bezet. Dylan Turner (Billy) en Bradley Clarkson (Jimmy) ontroeren als   liefdeskoppel. Faye Tozer die de meesten wel kennen uit de popgroep Steps, maar die de laatste jaren ook meer en meer in musicals te zien is, speelt Marion Davies fantastisch en ziet er bovendien prachtig uit in deze rol. Ook vermelding verdient zeker Mike McShane die de onsympathieke filmbaas Louis B. Mayer speelt en Kay Murphy die de eerste acte mag afsluiten als een licht hysterische Pola Negri.
Er zijn zeker aanmerkingen te maken op deze productie. Het decor doet af en toe wel erg low-budget en wiebelig aan. En aan de gang van de gebeurtenissen vooral in de eerste acte kan nog wel gesleuteld worden. Vooral de scènes met Pola Negri komen wat uit de lucht vallen en het zou het verhaal helpen als de vriendschap met Marion Davies wat duidelijker werd neergezet. Maar ondanks de tekortkomingen heb ik enorm genoten en het is echt te hopen dat deze nieuwe musical na de relatief korte run in het Arts Theatre op een of andere manier een vervolg zou krijgen.
‘The Tailor-Made Man’ is nog tot en met 6 april 2013 in het Arts Theatre te zien.
Deze voorstelling zag ik 's middags op donderdag 7 maart 2013
© foto Jane Hobson


The Curious Incident Of The Dog In The Night-Time - Apollo Theatre


De producties van het National Theatre aan de Londense South Bank blijken ook op West End een groot succes. Momenteel staan er vier voormalige NT producties : ‘One Man Two Guvnors’, ‘Untold Stories’, ‘War Horse’ en ‘The Curious Incident Of The Dog In The Night-Time’.

‘Curious’ is gebaseerd op de succesvolle roman van Mark Haddon en zorgde afgelopen jaar voor uitverkochte zalen in het Cottesloe auditorium van het NT. In eerste instantie zou het toneelstuk maar voor een beperkte tijd op West End te zien zijn maar de speelperiode is na de première en de lovende recensies verlengd tot januari 2014. En ik kan alleen maar zeggen dat dat meer dan terecht is. ‘Curious’ is voor iedereen met een hart voor theater absoluut verplichte kost.
Het verhaal gaat over de 15-jarige Christopher die op een dag net na middernacht naast de dode hond van zijn buurvrouw Mrs Shears gevonden wordt. De hond is doorspiest met een grote tuinvork en de jongen wordt onmiddellijk gezien als verdachte. Christopher heeft Asperger en moeite om te gaan met alle indrukken in het dagelijkse leven, hij haat het om aangeraakt te worden en is bijzonder wantrouwend tegenover vreemdelingen. Niettemin blinkt hij uit in wiskunde en is gefascineerd door de oneindigheid van het universum. Hij ziet het als zijn taak om het mysterie rond de dode hond op te lossen. En hoewel hij alleen nooit verder is geweest dan het eind van zijn straat in Swindon leidt zijn zoektocht hem uiteindelijk naar het turbulente en hectische leven in Londen.
Werkelijk alles aan dit geweldige stuk is bijzonder. De roman van Haddon is voor het toneel bewerkt door Simon Stephens. De manier van vertellen is fascinerend waarbij Christopher’s minutieuze geschreven verslagen worden verteld door Siobhan de lerares van de school waar hij speciaal onderwijs volgt. Soms in samenspraak, soms als een monoloog. Fictie en werkelijkheid lopen ook continu door elkaar in het stuk waardoor je als toeschouwer ook voortdurend op je hoede blijft en de aandacht op geen enkele manier verslapt.
Luke Treadaway speelt de hoofdrol van Christopher op fenomenale wijze. Niet voor niets wordt zijn heftige rol op maandag- en dinsdagavond overgenomen door zijn alternate Johnny Gibbon. Het lijkt me ook een schier onmogelijke taak om deze rol acht keer per week te vertolken.
Treadaway´s Christopher laat een heel caleidoscoop aan emoties zien, hij stoot af en trekt aan en is in staat om je mee te nemen in zijn eigen geordende waarheid en weet het publiek bovendien een spiegel voor te houden over de dagelijkse waanzin waarin we leven met alle impulsen en indrukken die daarbij horen. 
Prachtige rollen zijn ook voor Niamh Cusack als zijn lerares en vertrouwelinge Siobhan en Holly Aird en Sean Gleeson als de ouders van Christopher. Vooral Gleeson maakte op mij indruk in de rol van vader die hij meesterlijk vertolkt.
Veel van de creatives die verantwoordelijk waren voor ‘War Horse’ zijn ook bij deze productie betrokken waaronder regisseuse Marianne Elliott, lichtontwerpster Paule Constable en Adrian Sutton die ook voor ‘Curious’ de muziek maakte.
De choreografie en movement is van Scott Graham en Steven Hoggett en zorgt voor prachtige vondsten en onverwachte invalshoeken.
Het design voor ‘Curious’ is meer dan fenomenaal. Het toneel is voor deze productie uitgebouwd in het voorste deel van de zaal. En eigenlijk is het toneelbeeld niet meer dan een black box in de vorm van een uitvergroot rasterpapier dat misschien de geordende geest van Christopher verbeeldt. Maar samen met het uitgekiende licht van Paule Constable en het video ontwerp van Finn Ross zorgt het voor fascinerende beelden die binnen een fractie van een seconde veranderen van de geborgenheid van een doorsnee straat in Swindon naar de hectiek van de Londense tube, of de oneindigheid van een sterrenhemel. Het lichtontwerp van Constable kent overigens een geweldige finale aan het eind van de eerste acte.
Er zijn van die producties waaraan gewoon alles klopt, waarbij iedere discipline van het theatervak individueel perfect zijn uitgewerkt en die als ze samensmelten garant staan voor een werkelijk onvergetelijke ervaring in het theater. Ik heb ongelooflijk gelachen en vreselijk gehuild.
‘Curious’ is een duizelingwekkende high-tech productie maar één die je diep raakt in je hart en ziel. Ik denk dat het gevoel dat ik deze avond in het Apollo had me nog heel lang zal heugen. Ik kan alleen maar zeggen ga het zien !!
O ja, vergeet vooral niet om na het slot applaus nog éven te blijven, het zou zonde zijn als je de zaal al uit bent als de finale van de voorstelling je nog even mee terug neemt naar de fascinerende wereld van Christopher.
Deze voorstelling zag ik 's avonds op donderdag 7 maart 2013
© foto Brinkhoff/Mogenburg

woensdag 6 maart 2013

The Audience - Gielgud Theatre



Als ik in de ochtend mijn kaart ophaal bij de box office staat er ondanks het 'house full' bord bij de ingang toch een lange rij wachtenden in de hoop een kaartje te kunnen bemachtigen. Gelukkig heb ik mijn kaart al lang van tevoren besteld in de wetenschap dat ik deze week toch in Londen zou zijn.
'The Audience' is een nieuw toneelstuk geschreven door Peter Morgan dat zich concentreert op de wekelijkse gesprekken tussen Queen Elizabeth II en haar premiers gedurende de afgelopen 60 jaar. Morgan schreef eerder het script voor de succesvolle film 'The Queen' uit 2006 waarin Helen Mirren de hoofdrol vertolkte en Mirren geeft ook in deze toneelversie gestalte aan de vorstin.
'The Audience' is een zeer onderhoudend humorvol toneelstuk geworden die geen chronologisch beeld geeft van de regeringsperiode maar het publiek dwars door alle afgelopen decennia voert. Omdat de wekelijkse gesprekken uiteraard vertrouwelijk zijn is 'The Audience' vooral een fictieve vertelling van hoe de gesprekken misschien geweest kunnen zijn.
Niet alle van haar twaalf premiers maken opwachting in 'The Audience'. Een grote afwezige uit de recente geschiedenis is bijvoorbeeld Tony Blair en de ene premier heeft een wat groter aandeel in de voorstelling dan een ander. Ik kende ook niet alle premiers maar dat doet aan het genieten van dit stuk niets af. Memorabele vertolkingen zijn er vooral van Richard McCabe als Harold Wilson, Paul Ritter als John Major en Nathaniel Parker als Gordon Brown terwijl Edward Fox een prachtige Churchill vertolkt. De enige vrouwelijke premier is uiteraard Margaret Thatcher die op onnavolgbare wijze wordt neergezet door Haydn Gwynne. Zeer herkenbaar maar met meer dan genoeg eigenheid om te voorkomen dat het een karikatuur wordt.
De structuur van het toneelstuk, prachtig geregisseerd door Stephen Daldry, is zeer inventief. Geoffrey Beevers speelt een persoonlijke bediende van de Koningin die scènes introduceert en verder als een soort verteller fungeert.
Scènes vloeien moeiteloos in elkaar over, zijn soms fragmentarisch, soms weer wat langer. Helen Mirren die bijna gedurende de hele voorstelling op het toneel staat, schakelt schijnbaar moeiteloos tussen de verschillende leeftijden die ze moet vertolken. De verkledingen zijn fantastisch gedaan, soms zelf op het toneel, waarbij Mirren in een mum van tijd in een andere japon en pruik staat. Geholpen door haar uiterlijk van dat moment maar vooral door de subtiele veranderingen in de hoogte van haar stemgeluid, bewegingen of postuur weet Mirren de koningin in alle leeftijden overtuigend weer te geven, als onzekere 25-jarige net na de dood van haar vader of als de 86-jarige Elizabeth zoals we die nu kennen. Met recht een meer dan koninklijke vertolking. Echt fantastisch !
Ook de jonge Elizabeth is gedurende het toneelstuk te zien in conversaties met haar oudere ik en werd tijdens de voorstelling die ik zag prachtig gespeeld door de pas 14-jarige Maya Gerber.
Het ontwerp van Bob Crowley voor deze productie is geweldig. De kamers in het statige Buckingham Palace zijn in een vervreemdend perspectief weergegeven. De belichting van Rick Fisher is prachtig rijk en theatraal en weet samen met de spaarzame projecties van Ian William Galloway en de muziek van Paul Englishby de sfeer voor verschillende scènes prachtig te treffen.
Als je de kans krijgt zou ik deze voorstelling zeker gaan zien, al was het alleen maar om een sensationele Helen Mirren die haar staande ovatie zó verdiende. Op papier lijkt dit misschien een saai stuk maar het heeft mij betoverd en is bovendien verrassend grappig en de 2½ uur die ik in het Gielgud doorbracht zijn gewoon voorbij gevlogen.

Deze voorstelling zag ik 's avonds op woensdag 6 maart 2013 
© foto:Johan Persson

The Book Of Mormon - Prince Of Wales Theatre


Mijn verwachtingen zijn hooggespannen voor deze Londense versie van de Broadway-hit ´The Book Of Mormon´. De musical komt uit de koker van Trey Parker en Matt Stone (´South Park´) en Robert Lopez (´Avenue Q´) en is een enorme hit in New York. De kritieken waren alom lovend, en de show kreeg negen Tony Awards in 2011 en in 2012 de Grammy Award voor Best Musical Theater Album. Naast New York reist er momenteel een tourproductie door de Verenigde Staten en heeft ook Chicago een vaste productie van ´The Book Of Mormon´.

Hoofdpersonen zijn Elder Price, een voorbeeldige aantrekkelijke Mormoon die in de veronderstelling verkeert dat als hij maar genoeg bidt hij voor zijn tweejarige missie naar Orlando Florida zal worden gezonden en Elder Cunningham die in alles de tegenpool is van Elder Price. Een onzekere nerd met wat overgewicht die erg goed is in het verdraaien van de waarheid. Tot hun grote schrik worden de twee aan elkaar gekoppeld en hun missie leidt hen naar Oeganda. Daar beleven ze allerlei avonturen met de reeds aanwezige Mormonen daar en hun leider Elder McKinley. De dorpsoudste is Mafala Hatimbi wiens dochter Nabulungi een grote rol speelt in de verwikkelingen die volgen onder andere met de krijgsheer General Butt-Fucking-Naked die de locale bevolking terroriseert. Het verhaal krijgt pas echt een ingewikkelde wending als Elder Cunningham erin slaagt de Oegandezen te bekeren met zijn eigen versie van het Mormonenverhaal. En de chaos is compleet als de Mormonenleider naar Afrika afreist om de missie te feliciteren met het grote aantal bekeerlingen daar en zij bij wijze van dank het Mormonenverhaal over Joseph Smith opvoeren, maar dan wel in de versie van Elder Cunningham.

´The Book Of Mormon´ is een fantastische theaterervaring. Maar wel typisch Amerikaans, luid en allesbehalve subtiel. Op het moment zelf ga je makkelijk in de typische en banale humor mee, maar achteraf gezien kan ik me ook voorstellen dat veel mensen de grove grappen soms te ver vinden gaan. Ik vind het dan wel weer van lef en humor getuigen dat de Britse Mormonen op drie pagina’s in het programmaboek adverteren met slogans als ´the book is always better´ en ´you‘ve seen the show, now read the book´.
Ondanks dat de musical nog in de previews zit, staat ´The Book In Mormon´ in Londen al als een huis en de cast is werkelijk fantastisch. Gavin Creel als Elder Price past precies in het plaatje en geeft zijn rol een tomeloze energie. Nog meer onder de indruk was ik van Jared Gertner als de suffige Elder Cunningham die zijn karakter een groots hart meegeeft en vertederend is in zijn naïviteit. En bovendien zéér grappig al vanaf het moment van zijn opkomst in ´Hello!´. Fantastisch is ook Alexia Khadime die de rol van Nabulungi speelt, een rol die haar op het lijf geschreven lijkt en ontroert in de reprise van ´Hasa Diga Eebowai´.
Een ander die zeker genoemd moet worden is Stephen Ashfield als Elder McKinley die zijn latente maar overduidelijk aanwezige homosexualiteit probeert te onderdrukken in het geweldige ´Turn It Off´.
De muziek en teksten van Parker, Lopez en Stone zijn ijzersterk in het grappige openingsnummer van de voorstelling ´Hello!´, ensemblenummers als ´Hasa Diga Eebowai´ en ´Tomorrow Is A Latter Day´ en het licht bizarre ´Spooky Mormon Hell Dream´.
De kostuums van Ann Roth en decors van Scott Pask zijn een lust voor het oog en zorgen samen met het lichtontwerp van Brian MacDevitt voor een solide ouderwets toneelbeeld zonder al te veel speciale effecten, maar dat heeft deze voorstelling ook niet nodig.
´The Book Of Mormon´ is een fantastisch gemaakte musical vol kwinkslagen, woordgrappen en leuke verwijzingen naar andere musicals in een soort bizarre kruising tussen ´Spamalot´ en ´The Producers´ met het soort van humor dat je wel moet weten te waarderen.
Deze week op 21 maart is de officiële première en het kan haast niet anders dat dit dé grote nieuwe hit op West End is.
Deze voorstelling zag ik 's middags op woensdag 6 maart 2013
© foto Joan Marcus


dinsdag 5 maart 2013

A Chorus Line - London Palladium


Het is voor het eerst sinds 1976 dat ´A Chorus Line´ na de originele productie in Theatre Royal Drury Lane weer eens in Londen te zien is.
De muziek is van de in augustus 2012 overleden componist Marvin Hamlisch en in een voorwoord in het programmaboek wordt deze productie dan ook aan hem opgedragen. De overige creatives gingen hem voor want van het originele team is niemand meer in leven. Het concept, originele regie en choreografie is van Michael Bennett, het script van James Kirkwood en Nicholas Dante en de teksten van Edward Kleban. Ook de ontwerpers van de kostuums Theoni V. Aldredge en het licht Tharon Musser zijn niet langer onder ons. ´A Chorus Line´ won vele Tony en Drama Desk Awards en het hele creatieve team kreeg in 1976 de prestigieuze Pulitzer Prize.
De nieuwe Londense versie is geregisseerd door Bob Avian die co-choreograaf was voor de originele New York productie en de dansscènes zijn opnieuw gestaged door Baayork Lee.
De setting voor ´A Chorus Line´ is simpel, een auditie in een Broadway theater in het jaar 1975. Regisseur Zach en zijn assistent-choreograaf Larry zijn aan het werk met een grote groep dansers voor een nieuwe Broadway musical. Na de eerste ronde blijven er zeventien dansers over voor wie er uiteindelijk maar acht plaatsen zijn in de show. Zach wil meer van de auditanten weten en vraagt hen om zichzelf aan hem en ten overstaan van de anderen te introduceren. De anonieme auditanten krijgen namen en gezichten en in de loop van het stuk leer je hen veel beter kennen in de persoonlijke grappige maar ook ontroerende verhalen die ze te vertellen hebben. En vooral over hun dromen, wensen en ambities.
Hoewel ´A Chorus Line´ in alle aspecten een ensemblestuk is zijn er een aantal rollen die wat meer op de voorgrond treden. John Partridge is geweldig als de autoritaire regisseur Zach, Leigh Zimmerman als de wat oudere en arrogante danseres Sheila. Scarlett Strallen speelt Cassie een eens succesvolle solodanseres die een relatie heeft gehad met Zach en nu wanhopig is voor een plaatsje in een ensemble. Strallen is weergaloos in haar grote scène ´The Music And The Mirror´ Of Diana een stoere meid met een Puerto Ricaanse achtergrond die indruk maakt in haar solo ´Nothing´ en in een ontroerende uitvoering van ´What I Did For Love´.  Haar maatje in het stuk is de onzekere Paul, een jongen ook uit Puerto Rico die vertelt over zijn jeugd en de worsteling met zijn homosexualiteit. En Rebecca Herszenhorn die als Val zorgt voor de lichtere noot in het bekende ´tits-and-ass´ nummer ´Dance : Ten, Looks : Three´.
Het design voor ´A Chorus Line´ van Robin Wagner is simpel. Een black box, wat spiegels en de witte lijn op de toneelvloer. Deze eenvoudige setting maakt dat de uiteindelijke finale waarbij het ensemble in goudkleurige showkostuums en bij behorende top hats het toneel opkomen des te indrukwekkender is. Spiegels, kleur, licht vullen het toneel in een geweldige apotheose en schitteren de zaal van het London Palladium in.
De grote charme van ´A Chorus Line´ is dat de setting in 1975 is gebleven en dat niets van het originele design uit die tijd is aangepast. En dan blijkt dat bijna 40 jaar later anno 2013 die originele show nog niets aan kracht heeft ingeboet.
Het is een fantastische, spannende en emotionele avond met een meer dan majestueuze finale. Een voorstelling die je moet gaan zien als je van theater houdt. ´A Chorus Line´ staat garant voor de spreekwoordelijke gulle lach maar zeker ook tranen van ontroering.
Deze voorstelling zag ik 's avonds op dinsdag 5 maart 2013
© foto Manuel Harlan