donderdag 8 januari 2015

Made In Dagenham The Musical - Adelphi Theatre


Die avond staat alweer de laatste musical uit de reeks voorstellingen van dit reisje Londen op de planning. ”Made In Dagenham” in het Adelphi Theatre is geafficheerd als een Britse musical comedy en is gebaseerd op de gelijknamige film uit 2010 en speelt zich af in het Essex aan het eind van de jaren ‘60. De musical vertelt het verhaal van Rita O’Grady die samen met haar vrouwelijke collega’s stelling neemt tegen de ongelijke beloning en discriminatie op grond van sekse door haar werkgever de Ford Corporation en de corruptie van de vakbondsleiders. Uiteindelijk leidt een en ander tot de Equal Pay Act in 1970.

De creatives voor deze gloednieuwe musical zijn niet de minste. Het script voor ”Made In Dagenham” is geschreven door Richard Bean die onder andere bekend is van ”One Man Two Guvnors” en de muziek door David Arnold die zijn sporen voornamelijk verdiend heeft als componist voor film en TV. Zo schreef hij de muziek voor de filmversie van ”Made In Dagenham”, een aantal James Bond films en voor TV onder andere ”Sherlock” en ”Little Britain”. De liedteksten zijn geschreven door Richard Thomas en de succesvolle Rupert Goold voert de regie. 

Ondanks alle klinkende namen, een veelbelovend gegeven en de over het algemeen redelijk goede recensies valt het doek voor deze nieuwe originele musical helaas veel sneller dan verwacht. Het publiek heeft ”Made In Dagenham” niet weten te vinden en de musical speelt op 11 april alweer de allerlaatste voorstellingen. Na het debacle van ”I Can't Sing” vorig jaar is dit de tweede grote flop voor Stage Entertainment op West End.

Ik merk het als ik die avond het Adelphi Theatre binnenkom dat het wel erg stil is en er weinig publiek staat te wachten. De zaal is slecht bezet en kort voor aanvang worden de bezoekers die achter in de 'stallszitten naar voren gedirigeerd om het nog enigszins vol te laten lijken.



Gemma Arterton speelt de hoofdrol van de sympathieke bescheiden en aan zichzelf twijfelende Rita geweldig en levensecht. Het is onmogelijk om je ogen af te houden van Arterton als ze op het toneel staat. Oké ze is dan misschien niet de meest geweldige zangeres maar ze legt zoveel teruggehouden passie in haar rol dat je direct sympathie voelt deze zachtaardige echtgenote en moeder. Door de omstandigheden gedwongen moet ze een een andere rol aannemen en ontdekt daarin haar verborgen talenten. Tegen de stroom in volgt ze haar pad, zelfs al dat problemen in haar eigen gezin oplevert. 

Arterton als stralend middelpunt dus in een fantastische cast van vrouwen met een geweldige Isla Blair in de rol van Connie, wervelwind Sophie Isaacs als Sandra, Heather Craney als de onnozele Clare die een erg leuke song heeft met ”Wossiname”, Sophie Louise Dann als minister Barbara Castle die indruk maakt in haar grote solo ”In An Ideal World”, en Sophie Stanton als de grofgebekte Beryl die tot hilariteit van het publiek het f-woord wel erg vaak mag gebruiken.

Voor de rol van Eddie O'Grady was deze avond understudy Thomas Aldridge op die zijn rol verdienstelijk speelde, maar goed in het algemeen staan de mannen in deze voorstelling in de schaduw van de strijdbare vrouwen. Uitzondering vormen de wel erg karikaturale vertolkingen van premier Harold Wilson door Mark Hadfield en Stevie Furst die de tweede akte mag openen als Tooley de grote baas van Ford in ”This Is America”.



Kosten noch moeite lijken gespaard om deze musical een succes te maken. Bunny Christie ontwierp de sets en de kostuums en die zijn echt een genot om naar te kijken. De kostuums zijn met veel oog voor detail en dessins uit de jaren zestig ontworpen en de sets van Ford fabriek en het huis van de O'Grady's komen tot leven in een meer dan levensgroot bouwpakket waarin de uitgestanste plastic onderdelen net uit de doos lijken te komen. Prachtig, inventief en indrukwekkend in combinatie met het lichtontwerp van Jon Clark. De grootsheid van sommige scènes is niet te ontkennen zoals ”Busy Woman” die de voorstelling opent. Of ”Cortina” waarin het nieuwste model Ford wordt geïntroduceerd met een duidelijke knipoog naar Austin Powers.

Maar alleen met mooie plaatjes kom je er niet. Dit is een musical en hoewel de muziek van ”Made In Dagenham” zeker lekker en  onderhoudend klinkt is het vaak te doorsnee en voorspelbaar om een echt blijvende indruk te maken. Songs als ”Stand Up” en ”Everybody Out” hadden ook zo uit ”Hairspray” kunnen komen.

Ik heb die avond in het Adelphi erg genoten van de cast en het prachtige design van de musical maar terugkijkend is dat toch niet genoeg. ”Made In Dagenham” stoelt teveel op twee gedachten. Aan de ene kant willen de makers een serieus verhaal vertellen over de gebeurtenissen in 1968 en daarbij de persoonlijke tragedies van sommige vrouwen betrekken, terwijl het aan de andere kant een satire probeert te zijn. Vooral in de stereotype karakters van Wilson en Tooley zit zoveel absurditeit dat ze het geheel lijken te ontkrachten. Soms had ik het idee dat ik naar twee verschillende musicals zat te kijken.

Hoewel er veel deugt aan ”Made In Dagenham” weet deze musical in een optelsom van alle factoren helaas niet écht te overtuigen.






























Deze voorstelling zag ik s avonds op donderdag 8 januari 2015

© fotos Manuel Harlan

The Curious Incident Of The Dog In The Night-Time - Gielgud Theatre


Helaas mis ik de musical ”Urinetown” waarvan de al op handen zijnde sluiting met een week werd vervroegd,  en moet ik voor deze matinee op zoek naar een vervangende voorstelling. Al eerder zag ik ”The Curious Incident Of The Dog In The Night-Time” en hoewel het altijd een gok is om een voorstelling die bij de eerste kennismaking zo'n grote impact had opnieuw te zien, boek ik toch met vertrouwen een kaart.

Al eerder in maart 2013 schreef ik een uitgebreid verslag van deze productie van het National Theatre en dat is hier na te lezen. Deze versie van ”Curious Incident” opende in juni 2014 nadat aan de vorige productie in het verderop op Shaftesbury Avenue gelegen Apollo Theatre abrupt een einde kwam omdat daar tijdens een voorstelling op 19 december 2013 het pleisterwerk van een deel van het plafond naar beneden kwam en de producenten gedwongen waren op zoek te gaan naar een ander theater.

”Curious Incident” blijkt opnieuw een fenomenale ervaring. Het grote contrast tussen het kille high-tech design van de voorstelling en de dramatiek van het persoonlijke verhaal en omstandigheden van de hoofdpersoon Christopher en de voor hem bijna onmogelijke zoektocht om de moordenaar van de hond van zijn buurvrouw Mrs Shears te vinden, werkt nog steeds en je sluit zijn karakter vrijwel direct in je hart. 

Tijdens deze voorstelling werd Christopher fantastisch vertolkt door alternate Abram Rooney maar de rest van de cast is al even indrukwekkend met Sarah Woodward als lerares Siobhan en Nicolas Tennant als vader Ed . Ook erg leuk om Gay Soper weer eens te zien als Mrs Alexander en de van ”Midsomer Murders” bekende Daniel Casey in een aantal ensemblerollen.
  
Voor de versie in het Gielgud zijn wat kleine veranderingen doorgevoerd maar in wezen is de voorstelling die barst van de creatieve flair grotendeels hetzelfde. Het design van Bunny Christie blijft inventief en levert met het lichtontwerp van Paule Constable en het videodesign van Finn Ross een prachtig toneelbeeld.  Voeg daarbij de verrassende movement en choreografie  van Scott Graham en Steven Hoggett en perfecter kan het haast niet worden.

”Curious Incident” is en blijft een achtbaan aan vele emoties en is verplichte kost voor alle theaterliefhebbers die een bezoek brengen aan West End. 




Deze voorstelling zag ik 's middags op donderdag 8 januari 2015
© foto's Brinkhoff/Mogenburg

woensdag 7 januari 2015

Sunny Afternoon - Harold Pinter Theatre


Ondanks het feit dat ik niet echt een liefhebber ben van het genre juke-box musical en niet erg bekend ben met het werk van The Kinks zijn vooral de uitstekende recensies de reden dat ik toch een kaart heb geboekt voor ”Sunny Afternoon”. Deze musical ging na een uitverkochte reeks in het Hampstead Theatre in oktober 2014 in première op West End. 

De musical concentreert zich op het ontstaan van de band en de eerste jaren van hun succes. Broers Ray en Dave Davies uit Muswell Hill in Londen vormen samen met Pete Quaife en Mick Avory een bandje. Ondanks de serieuze intenties van Ray is vooral jongere broer Dave een ongeleid projectiel maar zijn kenmerkende rauwe riff in de song ”You Really Got Me” hun derde single zorgt wel voor de grote doorbraak in 1964. In een moordend tempo neemt de band het ene na het andere album op en ze zijn vrijwel continu op tournee hetgeen zijn tol gaat eisen en voor de nodige spanningen in de band en in het privéleven van de jongens zorgt. Om onduidelijke redenen worden ze na hun tour in de zomer van 1965 verbannen uit Amerika en zijn vier jaar lang verstoken zijn van kansen op de grootste muziekmarkt. In die tijd worden de songs van Ray wat introverter  waarbij hij zich laat beïnvloeden door de nostalgie van de Engelse muziek hetgeen leidt tot hun grote hits als ”Sunny Afternoon” en ”Waterloo Sunset”.

Ray Davies is erg betrokken geweest bij deze musical en schreef het originele verhaal dat door toneelschrijver Joe Penhall werd bewerkt tot het script voor ”Sunny Afternoon”. Dat merk je want het verhaal, onder regie van Edward Hall, voelt erg authentiek en ook problemen in de privésfeer zoals de depressies van Ray worden niet geschuwd. De musical geeft ook een erg mooi tijdsbeeld waarbij de schaduwen van de conservatieve jaren vijftig worden verjaagd door het nieuwe elan en de rebellie in de jaren zestig.


Designer Miriam Buether zorgt voor een verrassende setting voor de musical zowel in decor als in de kleurrijke kostuums. Vanaf het toneel loopt een catwalk de zaal die veelvuldig in de voorstelling word betrokken en de stoelen in de 'stalls' zijn voor een deel vervangen door tafels waardoor je meer het idee hebt dat je in een club zit dan in een traditioneel theater. De achter- en zijwanden van het toneel worden over de volle breedte en hoogte in beslag genomen door op elkaar gepakte speakers. Choreograaf Adam Cooper recreëert de dans uit de jaren zestig op een perfecte wijze.

De cast bespeelt zelf de instrumenten met veel bravoure en worden daarbij ondersteund door slechts twee andere muzikanten en soms door leden uit het ensemble. De muziek in een veelvoud van geraffineerde arrangementen klinkt heerlijk en de originele teksten passen vaak verrassend goed in de verhaallijn. De musical biedt een mooie kijk achter de schermen in het ontstaan van songs als bijvoorbeeld ”You Really Got Me” en ”Waterloo Sunset”. Maar in de musical zitten bijvoorbeeld ook songs die Davies wel schreef, maar die we kennen van een uitvoering door anderen, zoals Dave Berry's ”Strange Effect” of ”I Go To Sleep” van The Pretenders.

Bij de voorstelling die ik zag werd de hoofdrol van Ray Davies gespeeld door understudy Luke Baker. Hij deed het prima maar ik was eigenlijk meer onder de indruk van George Maguire als de maffe Dave Davies. Mooie rollen ook voor Lillie Flynn als Rasa, Dave's vrouw en Dominic Tighe en Tam Williams als Wace en Collins, de eerste managers van The Kinks.

”Sunny Afternoon” is echt één van de betere musicals in het juke-box genre mede door de energieke authenticiteit en de oprechte melancholie. Punt van kritiek is dat de voorstelling met een kleine drie uur en zo'n dertig songs aan de lange kant is. Vooral in de tweede akte is het een lange zit en de finale voelt nogal geforceerd en had wat mij betreft achterwege gelaten kunnen worden.



Deze voorstelling zag ik 's avonds op woensdag 7 januari 2015.

© foto's Kevin Cummins

Cats - London Palladium


Ruim twaalf jaar nadat het doek viel voor ”Cats” in Londen is deze klassieker van Andrew Lloyd Webber weer terug in het hart van West End in het London Palladium. 

De musical is gebaseerd op ”Old Possum's Book of Practical Cats” van T.S. Eliot en gedeelten ervan waren voor het eerst te horen op het Sydmonton Festival van 1978 toen vier van de gedichten op muziek van Lloyd Webber de première beleefden. Pas in 1980 toen in aanwezigheid van de weduwe van Eliot de eerste ruwe versie van ”Cats” als concertstuk werd gepresenteerd en Valerie Eliot hem een ongepubliceerd gedicht over Grizabella liet lezen kreeg Lloyd Webber het idee om ”Cats” als musical te presenteren. 

Hij zocht samenwerking met de jonge onervaren producer Cameron Mackintosh, choreografe Gillian Lynne en regisseur Trevor Nunn van de Royal Shakespeare Company. Maar de voorbereidingen verliepen allesbehalve soepel. Er waren nauwelijks investeerders en Judi Dench, de oorspronkelijke Grizabella raakte dermate geblesseerd dat haar rol op het laatste moment werd ingevuld door Elaine Paige. Met een uitgestelde première en de argusogen waarmee deze nieuwe musical werd bekeken leek ”Cats” haast gedoemd te mislukken. 

Maar de afloop bleek heel anders. ”Cats” beleefde de première op 11 mei 1981 in het New London Theatre waar de musical 21 jaar later in 2002 de allerlaatste voorstelling speelde.  ”Cats” was in meer dan dertig landen en in meer dan driehonderd steden te zien, won twee Oliviers en zeven Tony's en brak menig record op West End en Broadway.


Voor de nieuwe versie  die gebaseerd is op de laatste tourproductie waren de originele creatives opnieuw betrokken. John Napier paste het toneelbeeld op een imposante manier voor het Palladium aan waarbij het decor aan de zijkanten is uitgebouwd en tot aan de 'dress circle' reikt. Getuige de nummerplaat op de auto in de set is dit zijn 70e design voor de musical. 

Nieuw zijn ook de projecties van Jon Driscoll die op spaarzame momenten worden gebruikt maar wel bijdragen aan de sfeer.  En de prachtige belichting van David Hersey is ook helemaal van deze tijd waarbij de oorspronkelijke koorden met gloeilampen zijn vervangen door LED lampen die voor verrassend mooie effecten zorgen. Ook de kostuums voor onder andere Grizabella, Rum Tum Tugger en Growltiger en zijn bende zijn compleet nieuwe ontwerpen van Napier. 

De energieke choreografie van Lynne is aangepast en Bill Deamer maakte een nieuwe tapchoreografie voor de scène ”The Old Gumbie Cat”. Ook muzikaal is er een en ander aangepast. Zo herschreef Lloyd Webber de scène met Rum Tum Tugger waarbij de  de rocker van toen is veranderd in een hippe rappende straatkat met dreadlocks en ook de scène ”Growltiger's Last Stand” is voor deze versie compleet herschreven.

Hoewel ”Cats” volledig is gebaseerd op de originele teksten van Eliot vormen ”Jellicle Songs For Jellicle Cats” en het bekendste nummer uit de voorstelling ”Memory”  een uitzondering omdat die teksten zijn geschreven door Trevor Nunn en Richard Stilgoe. De structuur van deze musical is gelijk ook de zwakte. Een plot is er wel maar het voelt meer als een serie van sketches die gebruikt worden om de enorme diversiteit in de kattenkarakters te introduceren dan als een coherente musical met een sterke verhaallijn.

Niettemin valt er heel veel te genieten van een meer dan perfecte cast die de gevarieerde score van Lloyd Webber en de choreografie van Lynne alle eer aandoen. De muziek van Lloyd Webber is een rijk geheel met vele hoogtepunten zoals het opbeurende ”Bustopher Jones” en ” Skimbleshanks”, de verstilling in ”The Moments Of Happiness”, het vertederende ”Gus The Theatre Cat” of een indrukwekkende hymne als ”The Ad-Dressing Of Cats”.



Benjamin Yates en Dawn Williams vormen een heerlijk duo als Mungojerrie en Rumpelteazer. Laurie Scarth is een ontwapenende Jennyanydots en Nicholas Pound indrukwekkend imposant als Old Deuteronomy. Speciale vermelding verdient ook zeker Antoine Murray-Straughan als de brutale Rum Tum Tugger en Zizi Strallen als Demeter, de jongste telg uit die getalenteerde familie. Maar ook Joseph Poulton als Mistoffelees maakt indruk.

Hoewel ”Cats” als geen andere musical een echt ensemblestuk is popdiva Nicole Scherzinger , gecast als Grizabella, de ster van de voorstelling. Aan Scherzinger de taak om de vele interpretaties van waarschijnlijk het meest bekende nummer uit de musicalgeschiedenis ”Memory” te doen vergeten. Een voorproefje van ”Memory” krijgt het publiek al aan het eind van de eerste akte en klinkt heel veelbelovend. Maar aan het einde van de tweede akte als Old Deutoronomy die kat moet kiezen die een nieuw leven is gegund, kan Scherzinger als Grizabella pas echt laten horen wat ze vocaal in huis heeft. En dat is werkelijk fantastisch. Ze is vocaal subliem maar presenteert een prachtige bijna breekbare interpretatie van haar karakter en als de laatste tonen wegsterven lijkt het alsof het publiek zich even dient te herpakken alvorens een ovationeel applaus het Palladium vult. 

En waar in de originele enscenering  Grizabella afscheid neemt in ”Journey To The Heavyside Layer” het geheel nogal knullig overkwam is ook deze scène aangepast en Grizabella in een mengeling van projecties, een oplichtend kostuum en een uitgekiende belichting  lijkt te verdwijnen in een sterrenhemel.

”Cats” is een heerlijke zij het niet al te uitdagende avond in het theater waarbij de originele musical uit 1981 in een magnifieke hernieuwde versie met heel veel liefde is opgepoetst en klaar voor een zoveelste leven zelfs in 2014 en ver daarna. Er zijn al geruchten dat Scherzinger eind 2015 weer in Londen te zien is en mogelijk keert ”Cats” in 2016 terug op Broadway.



Deze voorstelling zag ik 's middags op woensdag 7 januari 2015.

© foto's Allesandro Pinna

dinsdag 6 januari 2015

Women On The Verge Of A Nervous Breakdown The Musical - Playhouse Theatre


Pech die avond bij ”Women On The Verge Of A Nervous Breakdown”. Als ik bij het Playhouse Theatre aankom zie ik al aankondigingen hangen dat twee van de rollen vervangen zijn. Tamsin Greig en Willemijn Verkaik zijn door ziekte afwezig en het duurt ook erg lang voor het publiek de zaal in mag. 

Voor aanvang komt regisseur Bartlett Sher het toneel op om een en ander uit te leggen. De voorstelling van de maandag ervoor hebben ze moeten cancelen en door de cast en understudies is keihard gewerkt om deze avond wél te kunnen optreden. Weinig repetitietijd dus maar de understudy voor de hoofdrol van Pepa Rebecca McKinnis slaat zich er dapper doorheen. Holly James als Paulina kost het wat meer moeite en moet in de tweede akte regelmatig spieken op haar script. 

”Women On The Verge Of A Nervous Breakdown” is gebaseerd op Pedro Almodovar's  gelijknamige film uit 1988 en de musical was in 2010 al op Broadway te zien waar de productie jammerlijk flopte. Voor Londen werd de musical herschreven door David Yazbek (muziek en tekst) en Jeffrey Lane (script) en ook de oorspronkelijke regisseur Bartlett Sher is bij deze vernieuwde versie betrokken.

Het verhaal is even simpel als verwarrend en speelt zich af in het Madrid van eind jaren tachtig. Pepa die stemmen inspreekt voor films is net verlaten is door haar collega en minnaar Ivan. Ivan is niet nieuw in dat spel wat blijkt als zijn manische vrouw Lucia ten tonele verschijnt die net twintig jaar in een psychiatrische instelling heeft doorgebracht en zint op zoete wraak. De verwikkelingen stapelen zich op als ook hun ietwat nerdy zoon Carlos met zijn nogal gespannen vriendin Marisa in het verhaal verschijnen net als Candela, Pepa's beste vriendin die het spoor helemaal kwijt raakt als ze ervan overtuigd raakt dat haar minnaar een terrorist is. Maar het gaat pas goed mis als Pepa haar gazpacho voorziet van een bijna dodelijke dosis valium ...


De musical zit knap in elkaar waarbij de karakters in het openingsnummer ”Madrid” een droomscène, worden geïntroduceerd voor de harde maar kleurrijke werkelijkheid van het hectische leven in die Spaanse stad genadeloos toeslaat.

De prachtige set van Anthony Ward, een wit bijna klinisch appartement in twee lagen, is vrij statisch maar dient het verhaal goed en levert in combinatie met het uitbundige zeer kleurrijke lichtplan van Peter Mumford een mooi toneelbeeld. 

De muziek voor de Londense versie is hier en daar aangepast. Zo is het oorspronkelijke maar later geschrapte openingsnummer van Broadway ”My Crazy Heart” nu de opening van de tweede akte en is het slot ”Shoes From Heaven” herschreven in ”The View From Here”. 

Het zijn prachtige melodieuze songs die vaak lijken geïnspireerd en zijn beïnvloed door de Spaanse tradities en worden energiek vertolkt door de zeskoppige band die zichtbaar op het toneel zit en castlid Ricardo Afonso die deels troubadour en verteller is maar ook de rol van taxichauffeur speelt.

Haydn Gwynne speelt geweldig als de tragische en soms dolkomische Lucia die blijkbaar nog steeds in het Madrid van de jaren zestig leeft getuige haar Jackie Kennedy-achtige garderobe maar in de tweede akte ook het prachtig indrukwekkende ”Invisible” zingt. Ook Anna Skellern als Candela, het model met zelfmoordneigingen steelt de show en Jérôme Pradon die een bescheiden rol speelt maar wel vocaal kan laten horen wat hij in huis heeft in ”Yesterday, Today And Tomorrow”.

Uiteraard is het erg jammer als de ster van een voorstelling niet speelt en ondanks de zeer lovenswaardige prestatie van Rebecca McKinnis ben ik als ik de kans krijg zeker van plan om nog een keer te gaan kijken als Tamsin Greig wél speelt. 

Niettemin was het publiek op deze avond in een volle zaal zeer enthousiast maar ik kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat buiten de stressvolle situatie van de afwezigheid van twee hoofdrolspelers en een uitgedund ensemble met te weinig repetitietijd ”Women On The Verge Of A Nervous Breakdown” meer diepgang en bezieling heeft. 


Deze voorstelling zag ik 's avonds op dinsdag 6 januari 2015.

© foto's Tristram Kenton

The Wind In The Willows - Vaudeville Theatre


Matinees op de dinsdag zijn nog altijd dun gezaaid op West End maar in de nadagen van het het afgelopen feestseizoen is er gelukkig wat meer keus. Voor deze middag koos ik voor de familievoorstelling ”The Wind In The Willows” van de Royal Opera House. 

Deze dansvoorstelling gebaseerd op de bekende gelijknamige verhalenbundel van Kenneth Grahame uit het begin van de vorige eeuw is voor het tweede achtereenvolgende seizoen te zien op West End. Vorig jaar in het Duchess Theatre toen de voorstelling de Olivier Award won voor Best Entertainment & Family, dit jaar is ”The Wind In The Willows” te zien in het Vaudeville Theatre. 

Maar de origine van de dansproductie gaat terug tot 2002 toen danser, choreograaf en regisseur Will Tucket ”The Wind In The Willows” voor het eerst voor het voetlicht bracht in het Linbury Studio Theatre van de Royal Opera House in Covent Garden.

Het verhaal is simpel en wordt op een charmante manier verteld door Alan Titchmarsh als Grahame die ons op een stoffige oude zolder meeneemt naar de avonturen van de vier goede vrienden Toad, Ratty, Badger en Mole die een zorgeloos bestaan leiden aan de oevers van de Thames.
  

Er valt heel veel te genieten in deze productie. De verhalen van Grahame zijn door Andrew Motion herschreven in een duidelijk herkenbaar simpel avontuur en daardoor geschikt voor jong en oud. 

In de prachtige set van een vervallen zolder ontworpen door de broers Quay en het lichtontwerp van Warren Letton komt het rivierlandschap met simpele maar ingenieuze oplossingen tot leven. Een grote stoel blijkt als deze omgedraaid ineens de betraliede cel van Toad en de kledingkast op de zolder wordt een woonwagen.

Voeg daarbij de gedetailleerde kostuums van Nicky Gillibrand en de prachtig ontworpen poppen van Toby Olié die variëren van een simpele eend op een hoedje tot de indrukwekkende rechter aan het begin van de tweede akte. 

De muziek is gecomponeerd door Martin Ward die zich hierbij gedeeltelijk liet inspireren door thema's uit de werken van de Engelse componist uit het Edwardiaanse tijdperk George Butterworth en wordt prachtig gespeeld door het zevenkoppig Chroma Ensemble.


Ik geef toe, het verhaal heeft niet veel om het lijf en komt vooral in de eerste akte nog wel eens wat saai en langdradig over. Maar het einde van die akte heeft een mooie finale als de vrienden terugkeren naar het onderkomen van Badger, zich warmen bij het vuur en de sneeuw in de zaal omlaag dwarrelt.  

Daarna komen de gebeurtenissen in een stroomversnelling waarbij ook in de pauze in de zaal nog de nodige actie plaatsheeft, Toad wordt gearresteerd en belandt in de gevangenis waarbij hij een amoureuze ontmoeting heeft met de wild onaantrekkelijke dochter van de cipier die hem uiteindelijk helpt ontsnappen en hij wordt herenigd met zijn vrienden. 

Maar die hebben slecht nieuws voor Toad omdat Toad Hall is veroverd door de gemene wezels uit Wild Wood... Ze beramen een snood plan nadat ze een kaart met een geheime tunnel hebben ontdekt. Na een hachelijk avontuur is het eind goed al goed en nemen de vrienden afscheid voor deze dag en keren huiswaarts.

De vier hoofdpersonages worden prachtig vertolkt door Chris Penfold (Toad) Martin Harvey (Ratty) Ira Mandela Siobhan (Badger) en Sonya Cullingford (Mole). Hun inventieve make-up en kleding verraadt natuurlijk al wel iets over hun identiteit maar die wordt vooral gevormd  door hun karakteristieke bewegingen in de dans. En ook Ewan Wardrop steelt de show onder andere in zijn rol van de dochter van de cipier.

”The Wind In The Willows” is een hartverwarmende en uitermate sympathieke familievoorstelling die je onderdeel laat zijn van het verborgen en imaginaire leven aan de oevers van de Thames.


Deze voorstelling zag ik 's middags op dinsdag 6 januari 2015.

© foto's Johan Persson


maandag 5 januari 2015

City Of Angels - Donmar Warehouse


Op maandag weer een musical in het geweldige Donmar Warehouse. Helaas brengt dit theater de laatste jaren maar zelden een musical op de planken maar staat wel garant voor kwaliteit. Gelukkig weet ik mij bij de start van de voorverkoop van ”City Of Angels” verzekerd van een plaats in de stalls.  Tijdens de previews kom ik erachter dat juist mijn stoel nu als restricted view op de plattegrond staat. Complimenten daarom voor de klantenservice van het Donmar en ATG die mij, na een email van mijn kant, kosteloos omboeken naar een betere zitplaats.

”City Of Angels” is een musical uit 1989 met muziek van Cy Coleman, die onder andere ook ”Barnum” en ”Sweet Charity” schreef, en teksten van David Zippel. Larry Gelbart is verantwoordelijk voor het script. 

”City Of Angels” ging in 1990 aan de haal met alle belangrijke prijzen en won zes Tony Awards en acht Drama Desk Awards. Ruim twintig jaar na de Londense première in 1993 in het Prince Of Wales is het nu dus de beurt aan het Donmar Warehouse en regisseur Josie Rourke.


De musical combineert twee aparte verhaallijnen en speelt zich af in het Hollywood van de jaren veertig en gaat over het harde bestaan van Stine een jonge schrijver die poogt een filmscript te schrijven voor regisseur Buddy Fidler. Het plan is om één van zijn romans ”City Of Angels” waarin privédetective  Stone de hoofdfiguur is te bewerken. 

Stone krijgt opdracht van de flamboyante Alaura Kingsley om haar vermiste dochter Mallory op te sporen. Alaura is getrouwd met een oude man die zijn laatste dagen slijt in een ijzeren long. Deze in eerste instantie simpele opdracht wordt steeds ingewikkelder omdat Stine de scènes blijft herschrijven in  opdracht van Buddy wiens ego groter is dan in eerst instantie blijkt. 

Het verhaal wordt nog gecompliceerder als Stine een affaire begint met Donna, de secretaresse van Buddy. Gabby, de vrouw van Stine komt erachter en vertrekt naar New York. Als Stine na een onsuccesvolle poging om zich met zijn echtgenote te verzoenen terugkeert in Los Angeles blijkt dat Buddy niet alleen het filmscript drastisch heeft herschreven maar de hoofdrol heeft toebedeeld aan een populaire gladde crooner. 

Stine verscheurt het script en vertrekt maar wordt achtervolgd door de beveiligers van de studio. In een poging de werkelijkheid een andere draai te geven herschrijft Stone de laatste scène waarin Stine de lijfwachten kan verslaan. En als Stine zich verzoent met Gabby en Stone de vermissing van Mallory tot een goed einde brengt is het eind goed al goed en krijgen we als publiek een finale voorgeschoteld in de beste Hollywood traditie in ”I'm Nothing Without You”.


Het verhaal op zich is vrij gecompliceerd en in de voorstelling wordt het je niet makkelijker gemaakt omdat beide verhaallijnen, die van de werkelijkheid en die uit de gedachtewereld van de schrijver compleet door elkaar lopen. En omdat de acteurs vaak ook nog eens dubbelrollen spelen ben je bij een onoplettend moment de draad wel eens kwijt.

Niettemin is ”City Of Angels” zo'n musical waarbij je jubelend de zaal verlaat. Alle disciplines komen in deze triomf op een fantastische manier samen. Het is een hommage aan de film noir met de geweldige jazz score van Coleman die uitmuntend wordt vertolkt door een 11-koppige band onder leiding van Gareth Valentine.

Designer Robert Jones weet de beperkte ruimte van het Donmar optimaal te benutten. De achterwand is verdeeld in een enorme boekenkast met keurig geordende boeken en daarboven tot de nok van het theater een enorme wand met onvoltooide scripts als verbeelding van de chaotische gedachtewereld van Stine. De stijlvolle kostuums vervolmaken het plaatje. 

De scheiding van de twee verhalen en werkelijkheden is tot in het laatste kleine detail doorgevoerd waarbij de werkelijke wereld in technicolor tot leven komt en de gedachtewereld wordt uitgebeeld in zwart en wit. 

Dit wordt in grote mate ondersteund door het sublieme lichtontwerp van Howard Harrison en het video- en projectieontwerp van Duncan McLean dat resulteert in een glorieuze finale van de eerste akte als Stine tot een confrontatie komt met zijn alter ego Stone in het fantastische ”You're Nothing Without Me” waarbij hun beider werelden botsen in een theatraal hoogstandje. 

Een prachtige en grappige vondst is ook dat de schrijver soms scènes herschrijft waarbij de acteurs in omgekeerde volgorde spreken en in tegengestelde bewegingen terug gaan naar het begin van de scène om dan de gecorrigeerde zin opnieuw te spelen.

De twee mannelijke hoofdrollen Hadley Fraser (als  Stine) en Tam Mutu (als Stone) zijn een genot om naar te kijken evenals Peter Polycarpou als Buddy Fidler. 

Maar ”City Of Angels” is  vooral een echt ensemblestuk.  Katherine Kelly speelt een heerlijke dubbelrol als Carla en de zinnelijke verleidster Alaura en Rebecca Trehearn steelt als Donna/Oolie de show in het prachtige ”You Can Always Count On Me” Rosalie Craig kan stralen als Bobbi in ”With Every Breath I Take” en speciale vermelding verdient ook zeker de Angel City Four met Sandra Marvin, Jennifer Saayeng, Kadiff Kirwan en Jo Servi.

”City Of Angels” is een prachtige ode aan het Hollywood in de gloriedagen van de jaren veertig en een fantastische opbeurende en bijzonder knap gemaakte musical. Het is te hopen dat met Josie Rourke als artistiek leider van het Donmar, die met ”City Of Angels” haar eerste musical regisseerde, de smaak nu te pakken heeft en we meer musicals in dit intieme theater tegemoet kunnen zien.



























Deze voorstelling zag ik 's avonds op maandag 5 januari 2015.

© foto's Johan Persson

zondag 4 januari 2015

Edward Scissorhands - Sadler’s Wells


Na de voorstelling ”The Little Match Girl” die ochtend in de studio van het complex zie ik deze avond in de grote zaal van Sadler’s Wells Matthew Bourne’s productie van ”Edward Scissorhands”. De voorstelling die in 2005 de première beleefde is dit seizoen terug in Londen in een hernieuwde versie met aanpassingen in de muziek, choreografie en het design.

De dansvoorstelling is gebaseerd op de gelijknamige film van Tim Burton en vertelt het verhaal van Edward een jongen die, als hij tijdens het spelen met een schaar door de bliksem wordt getroffen, op tragische wijze om het leven komt. Zijn vader overmand door verdriet recreëert als een soort van Frankenstein zijn zoon maar sterft nog voor zijn werk voltooid is en Edward blijft als wees achter met scharen als handen. Edward trekt de voor hem onbekende wijde wereld in en komt terecht in een op het eerste gezicht en voor de buitenwereld perfecte buitenwijk in Hope Springs in het Amerika van de jaren vijftig waar hij liefdevol wordt opgenomen in het gezin Boggs. Er ontwikkelt zich een mooie maar uiteindelijk onmogelijke romance met de dochter in het gezin Kim omdat zij al een relatie heeft met de stoere Jim Upton.

Regisseur en choreograaf Matthew Bourne is in staat om in dans en beweging een kristalheldere vertelling neer te zetten zonder dat er ook maar een woord gesproken wordt. Vaak is het dans in de klassieke zin van het woord maar nog vaker volgt de choreografie de natuurlijke gang van het verhaal waardoor het nooit geforceerd overkomt. 

De muziek van Terry Davies die de score van Danny Elfman uit de originele film complementeerde wordt prachtig gespeeld door het orkest en het geluidsontwerp van Paul Groothuis is perfect gebalanceerd.



Het design van de voorstelling van Lez Brotherson gecombineerd met het lichtplan van Howard Harrison levert een magnifiek toneelbeeld op dat grote klasse uitstraalt. Van de duistere donkere sferen in de openingsscène, de technicolor uitbundigheid in de buitenwijk van Hope Springs tot de verstilling met het ijssculptuur in de laatste pas de deux van Edward en Kim, een prachtige en gracieuze rol van Ashley Shaw.

Vaak komt het wat cartoonesk over ook door de stereotype karakters die de straat bevolken van het keurige doorsnee gezin tot de godvrezende familie en van de all-American cheerleaders en jocks tot de energieke nerd. 

Ondanks de achterliggende thema’s kent de voorstelling ook heel veel humor met een knipoog naar het volwassen publiek zoals de scène waarin Edward bijna wordt verleid door Joyce Monroe de nymfomane cougar uit de buurt. Hoewel haar poging jammerlijk mislukt beleeft zij toch nog een hoogtepunt op de draaiende wasmachine.

In de rol van Edward Scissorhands alterneren Liam Mower en Dominic North. Die laatste speelde deze avond en was in alle aspecten meer dan perfect. Gestoken in een prachtig Gothic-achtig kostuum en dito make-up voel je direct sympathie voor zijn karakter en hij geeft zijn interpretatie van Edward een groot hart. Soms wat onhandig in zijn bijna marionet-achtige bewegingen en schattig in zijn onbeholpen pogingen zich aan te passen aan het alledaagse leven en bijzonder expressief in zijn gelaatsuitdrukkingen.

Punten van kritiek zijn er eigenlijk niet voor deze voorstelling al is het slot waarbij we teruggaan van het verleden naar het heden en de oudere Kim weer ten tonele verschijnt wel wat te gehaast verteld.

Al met al ”Edward Scissorhands” is een magistrale avond in het theater en hoewel geafficheerd als dansvoorstelling is het een belevenis die vele disciplines in zich lijkt te verenigen en geschikt is voor jong en oud. De finale is hartverwarmend en ik zit met een dichtgeknepen keel en tranen als de sneeuw bij het slot op het publiek neer dwarrelt.  

Deze voorstelling zag ik 's avonds op zondag 4 januari 2015.

© foto's Johan Persson

Behind The Beautiful Forevers - Olivier - National Theatre


Na ”Here Lies Love” op vrijdag is het die middag weer naar de South Bank waar ik in de imposante Olivier zaal van het National Theatre het toneelstuk ”Behind The Beautiful Forevers” zie.

David Hare bewerkte het gelijknamige boek van de New Yorkse journaliste Katherine Boo voor toneel. ”Behind The Beautiful Forevers” is non-fictie waarbij de auteur gedetailleerd verslag doet van haar ervaringen in Mumbai waar ze drie jaar doorbracht.

Het verhaal speelt zich af in Annawadi een slum in de schaduw van de luxe hotels en de luchthaven van Mumbai waar de bewoners grotendeels leven van het recyclen van het afval dat de rijken achterlaten. 

Het toneelstuk concentreert zich op de levens van een aantal families die daar wonen en werken. Zoals bijvoorbeeld de familie Husain die hun kleine geluk en broze dromen verstoord zien raken doordat hun labiele en ziekelijk jaloerse buurvrouw Fatima zichzelf in brand steekt en de schuld schuift op de Husains die vervolgens geconfronteerd worden met de corruptie van het Indiase rechtssysteem. En over de veerkracht van de Husains om ondanks alle ellende de schouders recht te houden in een maatschappij die onverschillig lijkt voor hun lot. 

Er staat een enorme cast op het toneel in ”Behind The Beautiful Forevers” en veel mooie acteurs zoals Meera Syal als de vastberaden moeder Zehrunisa en Shane Zaza als haar gedreven jonge zoon Abdul die zich niet wil laten leiden door corruptie en bedrog maar droomt van eerlijke kansen, zoekend naar een weg uit de armoede. Zijn maatje Sunil (een rol van Hiran Abeysekera) die zijn oog heeft laten vallen op een nog onontdekte maar moeilijk te bereiken plaats waar veel afval te vinden is. En Stephanie Street als Asha de ambitieuze regelaar van de slum samen met Anjana Vasan als haar dochter Manju die als eerste vrouw in Annawadi hoopt af te studeren. Thusitha Jayasundera is overtuigend als de vloekende en tierende Fatima.

Designer Katrina Lindsay is erin geslaagd om een magistrale set te creëren die een mooi beeld geeft van de slums en de hectiek van de Indiase samenleving. Soms kleurrijk maar nog vaker sober en kaal, een sfeer die wordt versterkt door de vaak kille belichting van Paule Constable. 

De nabijheid van de luchthaven wordt duidelijk als de schaduw van een vliegtuig het auditorium grotendeels verduistert en een oorverdovend lawaai klinkt. Maar er zitten veel meer mooie theatrale vondsten in ”Behind The Beautiful Forevers” zoals een waterval van plastic afval dat vanuit de nok het toneel op klatert en er vanuit alle hoeken en gaten bewoners tevoorschijn komen om het afval te verzamelen. Of aan het eind van het stuk als Sunil het toch waagt en met gevaar voor eigen leven zijn nieuwe  vindplek weet te bereiken en een vele meters diepe sprong waagt en bij het slotapplaus weer triomfantelijk vanuit de toneelvloer tevoorschijn komt.

Regisseur Rufus Norris slaagt erin om de chaos en de hectiek van het leven in de slums overweldigend voor het voetlicht te brengen zonder daarbij de persoonlijke kleine verhalen vol drama uit het oog te verliezen. Ondanks de epische schaal van de productie voelt het vooral als een bijna intieme voorstelling en ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit toneelstuk wellicht nog beter tot zijn recht zou komen in een minder massale setting. De bijna drie uur die ”Behind The Beautiful Forevers” duurt zijn echter voorbij gevlogen. Een aanrader !



Deze voorstelling zag ik 's middags op zondag 4 januari 2015.

© foto's Richard Hubert Smith